VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Compensatie voor gedupeerde beleggers KPNQwest weer in zicht

De Ondernemingskamer moet de door de VEB verzochte beëindiging van het onderzoek naar de failliete kabelmaatschappij KPNQwest heroverwegen.

Dat schrijft Advocaat-Generaal Timmerman vandaag in een advies aan de Hoge Raad.

De Advocaat Generaal adviseert de Hoge Raad een eerdere beschikking van de Ondernemingskamer te vernietigen en de zaak te verwijzen voor nieuwe afdoening.

Mocht de Ondernemingskamer besluiten dat het onderzoek naar het faillissement van KPNQwest wordt ingetrokken dan komt compensatie voor gedupeerde beleggers dichterbij.

Onlangs sloot de VEB met KPN en Qwest, de aandeelhouders van KPNQwest, een schikking over de schade die beleggers hebben geleden door het faillissement. Voor circa 5.500 aangesloten beleggers is een compensatie van 19 miljoen euro beschikbaar.

Voorwaarde voor deze schikking  is de intrekking van de enquêteprocedure die de VEB in 2005 tegen KPNQwest startte.

Toen de VEB de Ondernemingskamer onlangs om de intrekking verzocht, weigerde de Ondernemingskamer dit, op gronden van maatschappelijk belang, daarin gesteund door de curatoren van KPNQwest.

Advocaat Generaal Timmerman concludeert nu dat het aan de VEB zelf is om te bepalen of zij een procedure intrekt en een schikking treft. Slechts in zeer uitzonderlijke omstandigheden kan de Ondernemingskamer een dergelijk beëindigingverzoek terzijde leggen.

De VEB verwelkomt het advies en ziet met vertrouwen uit naar het eindoordeel van de Hoge Raad in deze zaak

Vereniging van Effectenbezitters