VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Gebruik performance fee onder de maat

Nederlandse fondsaanbieders brengen zelden een performance fee in rekening. De belangen van fondsaanbieders en beleggers moeten op één lijn worden gebracht door middel van een kostenstructuur met lage vaste kosten en een prestatievergoeding.

Uit onderzoek van de VEB blijkt dat bij bijna negentig procent van de 147 beursgenoteerde beleggingsfondsen sprake is van alleen een vaste beheervergoeding.

Slechts zeventien beleggingsfondsen hebben een structuur met een prestatievergoeding. Een magere elf procent van de fondsen gebruikt dus wel een prestatievergoeding maar houdt daarbij nog steeds vast aan een te hoge vaste vergoeding.

Kostenstructuur moet wijzigen
De VEB roept fondsaanbieders op hun kostenstructuur te wijzigen. Een structuur met relatief lage vaste kosten, die ongeveer gelijk zijn aan die van indextrackers, en een performance fee is te prefereren. De performance fee dient afhankelijk gesteld te worden van de outperformance ten opzichte van de relevante benchmark en gecombineerd te worden met een high watermark die minimaal enkele jaren geldt.

Onderzoeksresultaten
De VEB onderzocht de kostenstructuur van 147 beleggingsfondsen met een actief beleggingsbeleid en een beursnotering aan Euronext Amsterdam.

Aandelenfondsen
Vooral fondsen die in aandelen beleggen stellen een deel van hun inkomsten afhankelijk van het rendement. Van het selecte gezelschap met een variabele vergoeding beleggen twaalf fondsen in aandelen. Daarnaast hanteren twee obligatiefondsen, twee mixfondsen en een vastgoedfonds een performance fee.

Prestatievergoeding als extraatje
Uit het onderzoek van de VEB blijkt verder dat 16 van de 17 fondsen met een performance fee deze gebruiken als een extraatje boven op een al forse vaste managementfee, die zelden onder de 1 procent uitkomt. Zij rekenen vrijwel eenzelfde vaste vergoeding als de fondsen die niet met een performance fee werken.

Geen benchmark
De prestatievergoeding wordt bovendien bij 12 van de 17 fondsen niet gerelateerd aan de prestaties van het fonds ten opzichte van de relevante benchmark. Vijf van de zeventien fondsbeheerders moeten het daadwerkelijk beter doen dan de markt om in aanmerking te komen voor een prestatievergoeding. De overige fondsen moeten boven een zelf ingestelde grens presteren, de zogenaamde hurdle rate.

Geen high watermark
Daarnaast gebruiken 5 van de 17 fondsen geen high watermark. In twee gevallen is de high watermark van te korte duur. Eventuele verliezen hoeven in die gevallen niet of nauwelijks goedgemaakt te worden alvorens weer een vergoeding over de winst mag worden berekend.

Vereniging van Effectenbezitters