VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Toenemende twijfels over kracht Amerikaanse banken

Alsof er geen einde aan komt. Opnieuw zijn het de grote Amerikaanse banken die Wall Street angsten aanjagen. Vooral de grote jongens ‘Citi' en ‘Goldman' presteerden matig in het vierde kwartaal 2010.

De zwakke prestaties van Citigroup en Goldman Sachs in het vierde kwartaal 2010 maken pijnlijk duidelijk dat de Amerikaanse bankensector nog niet uit de gevarenzone is.

Juist door operationeel beter te draaien zou de sector minder kwetsbaar moeten worden voor een nieuwe economische terugslag.

Onder de financials voldeden wel de jaarcijfers van JP Morgan, Wells Fargo en Morgan Stanley, maar ook deze banken worden meegesleurd in de matige prestaties van de invloedrijke sectorgenoten.

Citigroup verliest terrein
Citigroup publiceerde dan weliswaar voor het eerste sinds 2007 een winstgevend jaar, maar beleggers waren daar duidelijk niet tevreden mee en stuurden het aandeel direct ruim 6 procent in de min.

‘Citi' rapporteerde een winst per aandeel over het vierde kwartaal 2010 van 4 dollarcent, terwijl analisten op het dubbele hadden gerekend. Over geheel 2010 werd 10,6 miljard dollar verdiend, tegen een verlies van 1,6 miljard in 2009.

Citi probeerde het nog goed te praten door te wijzen op een boekhoudkundig verlies van 1,1 miljard dollar op uitstaande eigen schuldpapieren, maar analisten hadden meer oog voor de onderliggende prestaties van de bank. En die vielen over een breed front vies tegen, vooral ook afgezet tegen concurrenten en de eigen prestaties het kwartaal ervoor.

Met name de veel hoger dan voorziene kostenbasis van de bank en de teruggelopen inkomsten uit de handel in vastrentende waarden vielen in negatieve zin op. Door de Europese schuldencrisis zijn marktpartijen kopschuw om in obligaties te handelen.

Zorgelijk is ook dat de bank in eigen land slecht draait. De Amerikaanse retailtak verloor 17 procent van de inkomsten ondanks een aantrekkende kredietvraag. Niet voor niets dat Citi zichzelf Amerikaans ‘global bank' noemt.

Aangaande de hoge kostenbasis steekt het natuurlijk dat de bank de afgelopen periode mensen heeft aangenomen en bestaand personeel verblijd heeft met hogere salarissen.

Goldman Sachs
Goldman Sachs zag de jaarwinst met 37 procent terugvallen en in het vierde kwartaal zelfs halveren. Net als bij Citigroup draaiden de zakenbankactiviteiten en de handelsactiviteiten beduidend minder dan voorzien. Het was het derde kwartaal op rij dat Goldman Sachs de winst zag dalen.

Lichtpuntje is dat bij Goldman de gemiddelde jaarsalarissen gedaald zijn. Trouwens geen nood voor de top van het concern.

Sinds de beursgang in 1999 blijken de drie topbestuurders, CEO Lloyd Blankfein, President Gary Cohn en CFO David Viniar elk voor meer dan 90 miljoen dollar aan eigen aandelen gecasht te hebben. Geen goed signaal naar de buitenwereld. De gedaalde personeelskosten konden niet voorkomen dat ook bij Goldman de kostenbasis opliep.

Bank of America
Om het rijtje compleet te maken. Ook Bank of America stelt teleur. De grootste bank van de Verenigde Staten, heeft in het vierde kwartaal van 2010 een verlies geboekt van 1,2 mrd dollar (bijna euro  900 mln).

Het resultaat kwam zo beroerd uit door twee eenmalige lasten: een voorziening van 3 mrd dollar voor de betaling van schadevergoedingen voor verkochte rommelkredieten en een afboeking van 2 mrd dollar op de goodwill van hypotheekbank Countrywide.

Zonder die eenmlaige lasten zou de winst zijn uitgekomen op 756 mln dollar. De omzet daalde met 11 procent.

Teleurstellend
De Amerikaanse financiële sector laat een gemengd beeld zien en dat valt vies tegen.