VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Voor wat het waard is: Chinese economie is Japan voorbij

Het is officieel: na 42 jaar is Japan niet meer de tweede economie van de wereld. China is de oosterbuur voorbij. Dat lijkt slecht nieuws voor Japan, maar het pessimisme is overdreven

De Japanse groeicijfers over het vierde kwartaal zijn de druppel. Na meer dan veertig jaar is China Japan . In 2010 kwam het bruto binnenlands product van Japan uit op 5.474,2 miljard dollar tegen 5.878,6 miljard voor China.

Dat klinkt als een nieuwe slag voor Japan, dat de laatste jaren toch al de kop van jut is in de wereldeconomie. De hoge staatsschuld, vergrijzing van de bevolking en aanhoudende deflatie maakten Japan tot de zieke man uit het Oosten.

Het zou China zijn dat de klok sloeg in Azie, Japan is vergane glorie. Daar valt nogal wat op af te dingen.

1. Cijfers kneden
Dat de Chinese economie fors groeit staat buiten kijf. De manier waarop dat gebeurt is minder helder. De Chinese overheid creëert een beeld van een gestage, hoge groei, een teken dat de leiders van et land de teugels stevig in handen hebben.

Top tien economieën in de laatste tien jaar (bron: IMF)
 
Beide is onwaarschijnlijk. Net als iedere groeiende economie gaat de Chinese groei in horten en stoten. De Chinese overheid heeft daar maar beperkte invloed op.

Naar schatting wordt dertig procent van de centraal uitgevoerde regelgeving niet eens uitgevoerd door de provincies.

Ook de groeicijfers van China suggereren een strakke regie. Recente, via Wikileaks uitgelekte berichten bevestigen dat cijfers over de Chinese economie niet al te acuraat zijn.

Of zoals een hoge Chinese functionaris . Cijfers als het bbp worden ‘met de hand gemaakt" en dus goed kneedbaar. Dat China Japan nu voorbij is heeft dus ook met acrobatische statistiek te maken. 

2. Japanse bedrijfsleven sterk
Japanse bedrijven hebben veel last van de dure yen. Het maakt ze duur in buitenlandse ogen en dus is er schade voor de export. Toch blijkt de export naar China, Korea en Japan alleen maar toe te nemen. Blijkbaar zijn Japanse bedrijven onderscheidend genoeg om in beeld te blijven bij hogere prijzen.

Dat laat ook het overschot op de handelsbalans van Japan zien. In 2010 was de export vanuit Japan 153 miljard euro meer waard dan de import, een stijging van 30 procent ten opzichte van 2009. Die trend zet volgens verwachting door.

3. Grondstofhausse nivelleert
Wat met miljarden aan niet lukte lijkt nu goed mogelijk. Japan zou wel eens verlost kunnen zijn van deflatie door stijgende voedselprijzen. Dat struikelblok van steeds lagere prijzen remt de Japanse economie al jaren.

Natuurlijk, de Japanse consument zal last hebben van de gestegen voedselprijzen. Maar toch fors minder dan collega-burgers in China of Indonesië. Het levenspeil in deze landen is dermate veel lager dat een stijging van bijvoorbeeld rijst- of tarweprijzen veel harder aankomt.

Om sociale onrust te voorkomen zullen deze landen hogere subsidies op basisbehoeften gaan verstrekken. Extra overheidsuitgaven dus die Japan niet hoeft te doen.

 Kleine krimp
Het Japanse bbp daalde in het vierde kwartaal met 0,3 procent tegenover het derde kwartaal. De krimp was kleiner dan verwacht.

Het was de eerste bbp-krimp in vijf kwartalen, te wijten aan hogere accijnzen op tabak, het wegvallen van overheidssteun.
De Japanse economie klauterde in 2010 uit een diep dal. Na de daling met 1,2 procent in 2008 en de zware krimp van 6,3 procent in 2009 groeide het land in 2010 met 3,9 procent.