VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Ben Bernanke valt eindelijk van zijn geloof

Als laatste der Mohikanen vreesde Fed-voorzitter Ben Bernanke voor ‘Japanse toestanden.' Maar nu vreest ook hij niet meer voor deflatie. De rest van de wereld is al een stap verder. Hier heet inflatie het grootste probleem.

Een voorloper kun je hem niet echt noemen, Ben Bernanke. Terwijl de rest van de wereld vreest dat hoge olie- en grondstofprijzen de inflatie opjaagt en zo de koopkracht, laat FED-voorzitter Ben Bernanke weten een grote zorg minder te hebben.

Alles uit de kast
Bernanke is niet langer bang voor deflatie, de situatie waarin prijzen dalen en consumenten de hand op de knip houden. Tot nu was deflatie de grootse angst van de Fed. Het Amerikaanse stelsel van centrale banken heeft werkelijk alles uit de kast gehaald om het doembeeld te verdrijven.

Er is voor honderden miljarden dollars aan nieuw geld geprint om deflatie tegen te gaan. En ook lenen is extreem goedkoop gemaakt. De Amerikaanse rente staat op bijna nul.

Bernanke mag dan opgelucht zijn over het geweken deflatiegevaar, de financiële markten zijn er minder gerust op. Nieuwe actie van de Fed om de economie opn gang te krijgen lijken nu niet meer nodig. Geen nieuwe massieve steunprogramma's dus. En ook neemt de noodzaak af om de rente nog lang zo laag te houden.

Geen zorgen
Toch is volgens Bernanke geen gierende inflatie in aantocht. De gestegen energieprijzen ziet hij vooral als een tijdelijk zaak. Volgens Bernanke verwacht de Fed voor dit jaar een inflatie van hoogstens 1,75 procent en ook volgende jaren zal deze niet boven de twee procent uitkomen.

Europa is die grens al lang voorbij. In de eurozone steeg het prijspeil in januari al met 2,4 procent, boven de grens dus die de Europese centrale bank als ‘stabiel ziet. In het Verenigd Koninkrijk is de inflatie inmiddels zelfs naar vier procent gestegen.

Eerst in Europa
Het ziet er dus naar uit dat de ECB als eerste de rente moet gaan verhogen om de inflatie te lijf te gaan, een actie die doorgaans negatief uitpakt voor de aandelenmarkt. Daarmee verloopt de praktijk van renteverhoging spiegelbeeldig aan de weg naar die lage renteniveaus toe.

De Verenigde Staten hebben in de kredietcrisis gemiddeld eerder de markten bediend met renteverlagingen dan de Europese collega's.

Economen verwachten de eerste renteverhoging in de VS niet voor eind 2011. De geruststellende woorden van Bernanke over inflatiegevaar zou zelfs een eerste verhoging in 2012 denkbaar maken.

Bernanke zal niet veel haast hebben om lenen duurder te maken door een verhoging van de rente. De prijzen van vastgoed dalen nog steeds in de VS, een van de redenen waarom de uitgaven aan huisvesting in de VS nog maar licht stijgt (0,4 procent ).

Juist de uitgaven aan wonen is de belangrijkste uitgavenpost van de Amerikanen. Benzineprijzen leggen bij berekening van inflatie veel minder gewicht in de schaal.

Zo lang de huizenmarkt slecht blijft maakt Bernanke zich maar beperkt zorgen over oplopende inflatie. Een klein voordeeltje aan een groot probleem dat wankele woningmarkt heet.