VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Liever inkoop eigen aandeel dan dure overname

Vorig jaar leek de uitverkoop op de Amsterdamse beurs in een stroomversnelling te komen. Een vervolg heeft dat tot op heden niet gehad. Bedrijven weten blijkbaar goed in te schatten of iets duur of goedkoop is. Met het eigen aandeel hebben ze daar meer moeite mee.

Nu de beurs er maar zwakjes bijligt en de eerste geluiden over een economische groeivertraging al weer de ronde doen, zijn bedrijven ook minder geneigd andere bedrijven over te nemen. Omdat veel bedrijven er financieel warmpjes bijzitten, wordt weer veel geld uitgegeven aan de inkoop van eigen aandelen.

Het jaar is nog niet eens op de helft en nu hebben Nederlandse bedrijven al voor meer geld eigen aandelen ingekocht dan in geheel 2010. Het is een gevolg van het feit dat veel bedrijven er financieel weer goed voorstaan. Schulden zijn teruggebracht en de kasstroom loopt weer. Ahold, Wolters Kluwer en ASML zijn de grote opkopers dit jaar.

Goed of slecht?
Er is al heel veel over geschreven. Inkoop van eigen aandelen werkt verhogend voor de winst per aandeel, maar kan ook als zwaktebod worden gezien omdat bedrijven blijkbaar geen strategische aantrekkelijke overnames zien.

Bij dat laatste speelt de prijs natuurlijk ook een belangrijke rol. Strategisch interessante bedrijven genoeg te vinden waarschijnlijk, maar de waarderingen zijn zeker niet laag en zakt de economie in dat is er al snel sprake van duurkoop.

Logisch dus dat bedrijven wat afwachtend zijn met grote overnames. Toch is de inkoop van het eigen aandeel niet veel anders. Sterker, er wordt juist geïnvesteerd in het bedrijf dat geen goede alternatieve groeikansen ziet.

Bij een dergelijke stap zal de inkoop van het eigen aandeel nadrukkelijk moeten worden afgewogen tegen de prijs die voor overnames wordt betaald.

Niemand die het eigen bedrijf beter kent dan het management zou je zeggen, maar een bedrijf managen en een goed oordeel hebben over de waardering van het eigen aandeel is niet hetzelfde.

Eigenlijk zegt een manager die besluit eigen aandelen in te kopen dat hij het niet eens is met de waardering van het aandeel en daarmee een ‘mini-beursexit’ in gang zet.

Illiquide
Nadeel van inkoop eigen aandelen is dat het geld vast zit en niet goed toegankelijk is voor het geval er wel een aantrekkelijk doelwit voorbij komt. Zijn de aandelen niet ingetrokken dan kunnen deze nog als betaalmiddel dienen, maar niet iedereen is daar van gediend. Het kasgeld is al met al een stuk minder liquide geworden.

Ander probleem dat inkoop van eigen aandelen met zich meebrengt is dat er minder aandelen vrij verhandelbaar (free float) zijn en dus het eigen aandeel op de beurs minder liquide wordt.

Beleggers verdisconteren vaak een wat hogere risicopremie in het geval zij moeilijker van hun stukken af kunnen. Dat zou een drukkend effect op de waardering van het aandeel kunnen hebben. Waarschijnlijk zal dit effect bij hoofdfondsen beperkt zijn en kijken beleggers meer naar de positieve impuls aan de winst per aandeel.

Voor de veel minder liquide smallcaps en lokaal genoteerde bedrijven geldt dat zij wel degelijk oog moeten houden op de free float.

Juist vanwege de al aanwezige illiquiditeit van het eigen aandeel zal het gewenste koersstijgende effect wel eens uit kunnen blijven en is er een gerede kans dat er te duur wordt ingekocht.

Zeker gezien de teruglopende handelsvolumes op de beurs is dat laatste iets voor bedrijven om over na te denken.

Gelukkig is inkoop van eigen aandelen bij illiquide fondsen geen eenvoudige opgave, maar de teruglopende handel is ook goed merkbaar onder de midkap en AEX fondsen.

Een alternatief voor aandeleninkoop is een superdividend. Maar aangezien de beloning van bestuurders vaak gekoppeld is aan de ontwikkeling van de winst per aandeel, die een positieve impuls krijgt door een aandeleninkoop, zal een aandeleninkoop eerder in overweging worden genomen.