VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

ABN Amro Notes: terug naar de basis

Wie zonder omkijken geld voor vijf of zes jaar kan wegzetten, kan bij ABN Amro met een gegarandeerde inleg instappen in een mandje wereldwijde aandelenindices.

Het is op de markt voor gestructureerde beleggingsproducten, of notes, een stuk rustiger dan enkele jaren geleden. Klanten zijn kritischer geworden en kopen blijkbaar niet meer massaal elke ingewikkelde noviteit.
ABN Amro gaat met de twee Global Protection Notes die het momenteel aanbiedt zelfs helemaal terug naar de basis: het garantieproduct.

Met de Global 90% en de Global 100% Protection Notes kan de belegger met een garantie instappen in een mandje van aandelenindices. De samenstelling van het mandje is zodanig dat deze lijkt op een zeer sterk gespreide, wereldwijde aandelenportefeuille. De twee producten lijken op elkaar, maar zijn niet hetzelfde.

De Global 90% geeft de garantie dat 90 procent van de inleg terugkomt, de 100% is volledig gegarandeerd. Door ABN Amro tenminste, en die bank heeft tegenwoordig een kredietrating A bij Standard & Poor’s, wat prima is voor een bank, maar dat is niet de AAA van een Nederlandse staatslening. 

Geen dividend
Met de 90% Note doet de belegger wel beter mee omhoog: de participatiegraad is 110 procent, wat bijvoorbeeld betekent dat bij een stijging van 30 procent de belegging met 33 procent stijgt. Vanaf 90 euro, dat wel. Door het lagere startpunt zal de 90% Note het bij een geringe koersstijging minder goed doen, maar bij forse koerswinsten beter. Het omslagpunt ligt bij een stijging van 50 procent, waarbij beide Notes op 145 euro zullen eindigen.

Aangezien de 100% Note een jaar langer loopt, gaat deze vergelijking niet helemaal op. Beleggers in de Notes krijgen geen dividend, wat met dit mandje neerkomt op een gemis van circa 1,5 procent per jaar. In de grafiek is goed zichtbaar dat men hierdoor bij stijgende beurzen meestal beter af is met een directe belegging en dankzij het dividend zelfs met een kleine daling. Daar staat uiteraard het garantieniveau tegenover. 

Beide producten hebben het nadeel van de ‘asian tail’. Dit betekent dat de afrekenkoers het resultaat is van het gemiddelde van de indexstanden over een bepaalde periode. Bij de 90% Note is de asian tail twaalf maanden, bij de 100% Note zelfs vierentwintig maanden.

Door deze middeling in te bouwen, wordt de effectieve looptijd waarin de belegger in de aandelenmarkt meedoet eigenlijk verkort. Dit maakt de opties voor de uitgevende bank goedkoper.  

Gestructureerde producten als deze zijn nooit goedkoop. Volgens de brochure bedragen de kosten 3 procent voor de vijfjarige note en 3,5 procent voor de zesjarige. Per jaar maakt dat weinig verschil. Maar de indirecte kosten die voor de aanschaf van de onderliggende waarden zijn gemaakt, zijn moeilijk in te schatten. Aan- en verkoopkosten bij de bank, en zaken als bewaarloon kunnen er ook nog bij komen. 

Spaargeld plus callopties

Je kunt het zelf doen. ABN Amro heeft ook spaarrekeningen. De meest aantrekkelijke daarvan is momenteel de Vermogens Spaarrekening. Wie zijn geld het hele jaar op deze rekening laat staan, kan een rente ontvangen van 2,4 procent, althans met een maximum van 1 miljoen euro.

Men loopt dan hetzelfde kredietrisico als met de Notes, of eigenlijk nog minder, want tot 100.000 euro staat de Nederlandse overheid garant bij spaarrekeningen.

Een doe-het-zelfbelegger kan de constructie van garantieproducten nabootsen door een deel van het geld voor vijf jaar op een spaarrekening te zetten en een deel te investeren in langlopende opties op aandelen.

Helemaal precies het wereldwijd gespreide mandje van de Notes nabootsen is moeilijk en kostbaar, maar door langlopende opties op de AEX te kopen, komt men wat betreft rendementskansen en risico dicht in de buurt.

De AEX is een index van ondernemingen die in veel gevallen internationaal actief zijn. De koersbewegingen van de AEX komen daardoor vaak sterk overeen met die van de MSCI Wereldindex.   

Stel dat je overweegt 100.000 euro te investeren en je kunt niet kiezen tussen de bescherming van 90 en die van 100 procent. Je zou er het liefst tussenin zitten, op een bescherming aan het eind van de rit van 95.000 euro. Dat kan door nu 84.400 euro op de Vermogens Spaarrekening te parkeren.
 


Na vijf jaar is dit bedrag, bij de huidige rente van 2,4 procent, aangegroeid tot 95.000 euro. En gegarandeerd door de staat.

Van de 100.000 euro blijft dan dus 15.600 euro over om callopties te kopen. Dat zou bij een stand van de AEX op 350 punten bijvoorbeeld de call dec 2015 met een uitoefenprijs van 360 kunnen zijn.

Deze optie loopt tot 18 december 2015, dus bijna vijf jaar. Er is geen sprake van middeling (asian tail), zoals bij de Notes, dus effectief is de looptijd goed vergelijkbaar.

De optie kost bij een stand van de AEX van 350 punten circa 52 euro, en aangezien een optiecontract per 100 gaat, dient men hier 5.200 euro per optiecontract te rekenen.

Voor drie contracten is men precies die 15.600 euro kwijt (afgezien van kosten). De onderliggende waarde is dan 105.000 euro (= 3 x 100 x 350), dus het participatiepercentage is 105 procent, ook precies ertussenin.

 

Uit de grafiek blijkt dat de doe-het-zelfvariant inderdaad keurig tussen de beide lijnen in presteert. Bij hogere koersen ligt het rendement zelfs dichter tegen die van de variant met 90 procent bescherming en 110 procent participatie aan en blijft de 100% Note steeds verder achter.

De Protection Notes presteren aardig in lijn met de spaargeld- plus optiesvariant.

Daarbij dient aangetekend te worden dat de middeling van de slotstanden bij een oplopende markt in het voordeel van de doe-het-zelfconstructie zal werken, maar bij een daling in het voordeel van de Notes.