Goud is de grote winnaar van de wereldwijde onrust op financiële markten. Beleggers zien het edelmetaal als veilige haven. Dat is dan wel comfort met hoog risico en mogelijk drieste koersbewegingen.
Goud breekt record op record. De prijs van een ounce goud (ruim 30 gram) stijgt voor het eerst tot boven de 1700 dollar. Vanaf halverwege 2008 is het edelmetaal gestaag gestegen.
Er zijn heel wat redenen te bedenken voor die stijging.
Allereerst is de waarde van goud niet gerelateerd aan de financiële toestand van overheden of andere partijen. Door de recente vrees voor een nieuwe recessie staan koersen van aandelen, obligaties, vastgoed en grondstoffen onder druk. Goud vormt dan een van de weinige alternatieven om in te beleggen.
De gerenomeerde econoom Kenneth Rogoff verklaart een fors deel van de goudhausse afgelopen jaren door de toenemende welvaart in opkomende landen. Steeds meer consumenten in Azië, Latijns-Amerika en het Midden-Oosten kunnen zich goud en sieraden veroorloven, waardoor de prijs van het schaarse metaal stijgt.
En het zijn niet alleen particuliere of de wat grotere beleggers die dit doen. Zelfs de Chinese en Indiase overheid zijn netto-koper van goud geworden.
Zij delen een voordeel met alle beleggers buiten het ‘dollar-gebied'. Goud wordt afgerekend in Amerikaanse dollars. Verzwakt de dollar dan wordt goud goedkoper voor niet-dollarbeleggers.
Een zwakke dollar stuwt op deze wijze vaak de goudprijs, waardoor het metaal vaak een goede bescherming is tegen een zwakke dollar.
Veilige haven
Een blik op bijgaande grafiek laat zien dat goud afgelopen tijd een goede belegging is geweest.
Maar is het daarmee ook ‘een veilige haven' voor beleggers? Dat valt te betwijfelen.
Goud blijkt in ieder geval geen wondermiddel tegen inflatie, een eigenschap die het vaak krijgt toe gedicht.
Neem de periode tussen 1981 en 1991. Toen nam de inflatie met 50 procent toe terwijl de goudprijs 10 procent daalde. Ook in de daarop volgende jaren zagen beleggers de goudprijs dalen terwijl de prijzen stegen.
Er zijn heel wat redenen te bedenken voor die stijging.
Allereerst is de waarde van goud niet gerelateerd aan de financiële toestand van overheden of andere partijen. Door de recente vrees voor een nieuwe recessie staan koersen van aandelen, obligaties, vastgoed en grondstoffen onder druk. Goud vormt dan een van de weinige alternatieven om in te beleggen.
De gerenomeerde econoom Kenneth Rogoff verklaart een fors deel van de goudhausse afgelopen jaren door de toenemende welvaart in opkomende landen. Steeds meer consumenten in Azië, Latijns-Amerika en het Midden-Oosten kunnen zich goud en sieraden veroorloven, waardoor de prijs van het schaarse metaal stijgt.
En het zijn niet alleen particuliere of de wat grotere beleggers die dit doen. Zelfs de Chinese en Indiase overheid zijn netto-koper van goud geworden.
Zij delen een voordeel met alle beleggers buiten het ‘dollar-gebied'. Goud wordt afgerekend in Amerikaanse dollars. Verzwakt de dollar dan wordt goud goedkoper voor niet-dollarbeleggers.
Een zwakke dollar stuwt op deze wijze vaak de goudprijs, waardoor het metaal vaak een goede bescherming is tegen een zwakke dollar.
Veilige haven
VIJF JAAR GOUDPRIJS |
Een blik op bijgaande grafiek laat zien dat goud afgelopen tijd een goede belegging is geweest.
Maar is het daarmee ook ‘een veilige haven' voor beleggers? Dat valt te betwijfelen.
Goud blijkt in ieder geval geen wondermiddel tegen inflatie, een eigenschap die het vaak krijgt toe gedicht.
Neem de periode tussen 1981 en 1991. Toen nam de inflatie met 50 procent toe terwijl de goudprijs 10 procent daalde. Ook in de daarop volgende jaren zagen beleggers de goudprijs dalen terwijl de prijzen stegen.
|