VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Reëel rendement op Duits staatspapier voor het eerst negatief

Alles beter dan verlies lijden. In deze onzekere tijden vluchten beleggers massaal naar de meest veilige beleggingscategorieën. Duits staatspapier bijvoorbeeld. Maar ook dat is tegenwoordig een kwestie van interen.

Wie zijn geld in Duitse staatsobligaties stopt met een looptijd van 10 jaar moet daar voor het eerst in de geschiedenis geld op toeleggen.

Het rendement op de Duitse Bund is gezakt tot onder de 1,90 procent, wat lager is dan de inflatieverwachting. Een negatief reëel rendement dus en dat is nog nooit voorgekomen.

Dat is ook nog eens gerekend buiten de vermogensbelasting die goed gemaakt moet worden.

De afgelopen vijftig jaar heeft het reële rendement op Duits staatspapier bewogen tussen de 2 en 6 procent. Historische tijden dus.

In de Verenigde Staten is het beeld vergelijkbaar. Het rendement op tienjarige Amerikaanse treasuries bedraagt slechts 2,0 procent, lager dan de inflatieverwachting.

Het illustreert de enorme onzekerheid onder beleggers. Zelfs een licht negatief reëel rendement is beter dan het geld in risicovolle aandelen stoppen, zo is de redenering.

Geijkte vluchthaven
De Duitse markt voor staatsobligaties is om meerdere redenen een geijkte vluchthaven in onzekere tijden. Ten eerste wordt Duitsland als een financieel en politiek solide land beschouwd.

Daarbij is de markt voor Duits staatspapier bijzonder liquide, vooral ook omdat er een levendige termijnmarkt (‘futures') omheen functioneert.

In onzekere tijden is liquiditeit van groot belang voor beleggers. Mocht er iets onaangenaams gebeuren dan moet de betreffende belegging snel en tegen een goede prijs geliquideerd kunnen worden.

Voor wie tijdig was ingestapt in de Duitse Bund heeft daar een gouden belegging aan. Nu nog instappen is een ander verhaal.

Doorgeschoten
Bij beleggen gaat het altijd om een afweging tussen risico en rendement. Het is sterk de vraag of beleggers niet te ver zijn doorgeschoten in hun zoektocht naar veiligheid.

Obligaties vormen veelal het hart van de meeste professionele beleggingsportefeuilles, omdat de risico's (koersbewegingen en terugbetaling bij faillissement) van obligaties in de regel minder groot zijn dan van aandelen.

Bovendien geven obligaties een jaarlijkse kasstroom (rente), die in beginsel onafhankelijk is van het resultaat van het onderliggende bedrijf of land.

Nu heeft de schuldencrisis aangetoond dat ook staatspapier risicovol kan zijn. De Duitse overheid zal misschien wel als laatste niet aan haar verplichtingen voldoen, maar beleggers moeten de andere component van beleggen, 'rendement'niet uit het oog verliezen.

Dividendrendement
Aandelen zijn zo fors gedaald de laatste tijd dat het dividendrendement wel erg ver uitsteekt boven het rendement op staatspapier van landen als Duitsland en Nederland.

Voor het gemiddelde AEX fonds ligt op dit koersniveau het verwachte dividendrendement op 4,1 procent. Voor de Duitse DAX bedraagt het dividendrendement zelfs 4,5 procent. Met dat soort cijfers worden wél de inflatie en belastingen goedgemaakt.

Natuurlijk kan het dividendrendement volgend jaar zo maar een stuk lager liggen en bestaat er een risico op verder koersverlies, maar historisch gezien zijn de verschillen tussen aandelen en staatsobligaties zelden zo groot geweest.

Voor fondsen uit de Nederlandse smallcapindex, AScX ligt het dividendrendement zelfs op 5,7 procent. De geringere liquiditeit van deze aandelen en het hogere risico dat beleggers aan kleinere bedrijven toedichten verklaart het verschil.

Op individueel fondsniveau liggen de rendementsverwachtingen nog veel hoger. De top vijf verwachte dividendbetalers uit de AEX zijn: PostNL (13,2 procent), KPN (8,2 procent), Corio (6,9 procent), Philips (5,8 procent) en Unilever (5,6 procent).