VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Waarom zouden China en Brazilie Europa willen helpen?

Europa gaat zwaar gebukt onder de eigen schuldenlast. En dus is financiele hulp van China en Brazilie welkom. Maar waarom zouden die groeilanden hier schuld gaan opkopen?

"Een interessante ontwikkeling", zo verwoordde Christine Lagarde, hoofd van het IMF de mogelijkheid dat de snelgroeiende opkomende landen Europa financieel te hulp zouden komen.

En dat is het zeker. Europa leek zo goed te gaan, maar heeft nu blijkbaar toch weer hulp van buitenaf nodig.

Onder voorwaarden
Deze week werd bekend dat China bereid zou zijn Italiaanse schuld te kopen. Onduidelijk is om hoeveel geld het eventueel zou gaan.

De Chinese premier Wen Jiabao nuanceerde de berichtgeving meteen.

Zo stelde hij daar nadrukkelijk de voorwaarde aan dat de Europese politici "overtuigende stappen" moeten zetten de schulden te verlagen en de arbeidsmarkt te verbeteren. Bovendien wil China dat het Westen de Chinese status als een markteconomie erkent.

China heeft trouwens al vele miljarden geïnvesteerd in Griekse, Spaanse en Portugese schuld, maar zal daar tot op heden niet zo'n goed gevoel over hebben.

Niet onlogisch
Duidelijk is in ieder geval dat de snelgroeiende BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China) samen met Zuid-Afrika in overleg gaan om eventuele financiële steun aan Europa te bespreken. Ze doen dit in aanloop naar de IMF-bijeenkomst van volgende week.

Natuurlijk hebben de landen zelf belang bij mogelijke steun. Europa is een belangrijk afzetgebied voor deze landen die zwaar leunen op de export. Groei in de eurozone wordt deels besteed aan producten uit groeilanden.

Bovendien zitten deze landen op grote valutareserves die belegd moeten worden.

Andersom investeren Westerse bedrijven veel in deze snelgroeiende landen en profiteren deze landen van Europese hoogwaardige machines die ingevoerde worden. Zo verkoopt Duitsland veel machines en auto's aan China, waardoor er sprake is van een onderlinge afhankelijkheid.

Waarom dan niet de eigen handelspartner steunen in moeilijke tijden? Het geeft de opkomende landen bovendien de kans meer invloed in het Westen te krijgen, bijvoorbeeld ook door belangen in Westerse bedrijven te nemen.

Haken en ogen
Zo simpel als het lijkt zal het helaas niet zijn. In de eerste plaats bevinden de gesprekken tussen de opkomende landen onderling zich nog in de beginfase.

Het is best mogelijk dat deze landen er gezamenlijk niet uitkomen. Zo zal China waarschijnlijk eerder bereid zijn te investeren in Europa dan een land als Rusland.

Verder zullen de landen zo hun eigen idee hebben over de eisen waaraan de beleggingen moeten voldoen. Aldo Luiz Mendez, lid van de Braziliaanse bank, heeft al aangegeven dat veiligheid zwaarder weegt dan liquiditeit en rendement.

Dat voedt de gedachte dat de BRIC-landen vooral geïnteresseerd zouden zijn in Duits staatspapier. De recente emissie van Italië ondersteunt dit gevoel, want de belangstelling was bijzonder mager wat zich uitte in een oplopende Italiaanse rente.

Terughoudend
Nu Griekenland telkens achterloopt op de gemaakte bezuinigingsafspraken neemt de kans toe dat Griekenland bankroet gaat en ook het lidmaatschap van de eurozone moet opgeven. Veel zal afhangen van de bereidheid van met name Duitsland om Griekenland binnen boord te houden.

Bij een dergelijke reële dreiging zullen de BRIC-landen voorlopig nog wel terughoudend blijven omdat onduidelijk is hoe groot het besmettingsgevaar is naar andere Europese landen.