VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Gaat de Europese politiek de euro redden?

Getuige de recente koersstijgingen op de aandelenmarkten hebben beleggers goede hoop op een sluitende oplossing voor de Europese schuldenproblematiek. Maar de problemen zijn groot en uiterst complex.

Het zou het weekend worden van de grote oplossingen voor de schuldproblemen in Europa.

Maar nu al is duidelijk dat het eerder de week van de oplossingen gaat worden.
Regeringsleiders van eurolanden hebben alvast een extra ontmoeting later in de week ingepland om met oplossingen te komen.

Dit weekend lijkt vooral bedoeld voor besluitvorming van alle lidstaten binnen de Europese Unie, ook de landen die de euro niet voeren. Vertrouwen terug brengen in de bancaire sector gaat immers ook de niet-eurolanden aan.

Op de drempel van nieuwe besluiten is dit het moment om de zaken nog even op een rij te zetten.

Vijf prangende vragen en antwoorden over de eurocrisis.

Waarom is de schuldencrisis niet beperkt gebleven tot Griekenland?
Qua omvang van de economie is Griekenland maar een klein land binnen de euro. Probleem is echter dat de Griekse schulden voor een belangrijk deel in handen is van buitenlandse banken en er zodoende besmetting optreedt.

Nu Griekenland niet meer aan zijn verplichtingen kan voldoen blijkt dat veel buitenlandse banken dergelijke verliezen eigenlijk niet kunnen dragen.

Dexia is hier al slachtoffer van geworden. Vooral de Franse banken zitten zwaar belegd in Grieks overheidspapier. Deze banken kunnen steeds moeilijker geld uit de markt te halen en draaien daarom de kredietkraan dicht.

Dit tast weer de economie en zo de kredietwaardigheid van landen aan. Banken komen zo alleen maar verder in de problemen.

Hoe valt deze besmetting in te dammen?
De eurolanden hebben een noodfonds in het leven geroepen dat landen moet helpen hun economie draaiende te houden en de regeringen de tijd te geven hun overheidshuishouding op orde te brengen.

Griekenland, Ierland en Portugal hebben al uit dit noodfonds getrokken. Het noodfonds is echter ontoereikend om eventueel grotere landen in nood te helpen.

Daarom wordt nu hard nagedacht de slagkracht van dit noodfonds te verhogen. Meerdere varianten doen de ronde, maar hier spelen verschillende belangen van landen een rol

Zo wil Frankrijk het noodfonds graag gebruiken om de eigen zwakke bankensector te steunen en als land de hoogste kredietwaardigheid te kunnen behouden.

Uiteindelijk gaat het allemaal om het winnen van tijd om de economieën en overheidsfinanciën te hervormen.

Is het noodfonds dé oplossing?
Het is in ieder geval noodzakelijk, maar zeker niet zonder risico's. Waarschijnlijk gaat het noodfonds fungeren als een soort verzekeraar om deels verliezen op staatsleningen te dekken. Daarmee worden beleggers over de streep getrokken geld aan deze landen uit te lenen.

Dat moet dan wel waargemaakt kunnen worden. Naarmate landen zwakker worden, neemt ook de kredietwaardigheid van het noodfonds af. Niemand is er dus bij gebaat als een land als Frankrijk wordt afgewaardeerd.

Hoe kunnen landen bezuinigen als het economisch alleen maar slechter gaat?
Bezuinigen is het kernwoord. Maar overheden begeven zich daarmee op glad ijs. Bezuinigingen kunnen de economie schaden.

Griekenland is het afschrikwekkende voorbeeld. De Griekse economie zakt steeds dieper weg, wat niet alleen de mogelijkheden voor nieuwe bezuinigingen kleiner maakt, het zorgt er ook voor dat de financieringsbehoefte van Griekeland telkens verder oploopt.

Bezuinigingen alleen is dus niet het antwoord. Overheden zullen belastinggeld slimmer moeten aanwenden om de eigen economie structureel sterker te maken. En mensen moeten genoegen nemen met minder inkomen.