VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Beleggers trekken Italië hard door het slijk

Lang gevreesd en nu werkelijkheid: de rente op Italiaanse schulden schiet door de grens van zeven procent heen. Niet eerder had de eurozone het zo zwaar. Fors ingrijpen van de Europese Centrale Bank en IMF lijkt de enige oplossing.

Het gevaar voor besmetting wegnemen. Dat was voortdurend het credo bij de miljardensteun aan Griekenland. Ook tijdens de Eurotop van twee weken geleden.

Nu is duidelijk dat die opzet is mislukt. De tienjaarsrente op Italiaanse staatspapier schoot woensdag hard door de 7 procent. Dat niveau staat symbool voor grote problemen.

Het weifelende vertrek van de Italiaanse premier Berlusconi en onzekerheid over de periode daarna wordt gezien als haard voor de onrust.

Daarbij komt dat een Londens clearinghuis, belast met de afhandeling van effectentransacties, heeft aangegeven meer onderpand te willen zien van beleggers in Italiaans schatkistpapier.

Pas toen duidelijk werd dat de gewaardeerde oud-eurocommissaris aan de macht zou komen in Italië daalde de rente op tienjarig Italiaans schuldpapier enigszins.

Eerder kwamen Griekenland, Ierland en Portugal in de problemen toen de rente de 7 procent te boven ging.

Deze keer is het dramatisch anders, er is eenvoudigweg te weinig geld om Italië te redden. Ter vergelijking: de Griekse staatsschuld bedraagt om en nabij 340 miljard, Italië heeft een staatsschuld van € 1900 miljard euro. Een fors deel van die schuld is in handen van de (Europese) banken.

Met die wetenschap in het achterhoofd valt de reactie op de financiële markten nog mee. Beurzen zakken met een procent of drie, financiële waarden krijgen het iets zwaarder te verduren, maar regelrechte paniek blijkt daar niet uit.