VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

BRIC-landen moeten euro helpen redden maar hebben eigen zorgen

Het ziet er steeds meer naar uit dat groeimotoren Brazilië, Rusland, India en China een belangrijke rol gaan spelen bij de redding van de euro. Zelf blijken ze ook kwetsbaar voor tegenwind.

Jim O'Neill, econoom van Goldman Sachs, bedacht tien jaar geleden de term BRIC, dat sindsdien gemeengoed is geworden.

De vier grote snelgroeiende economieën, staan aan de basis van de nieuwe economische wereldorde.

De globalisering heeft de economische krachten verschoven naar die regio's waar de groei bovengemiddeld is. Met
dank aan urbanisatie en een jonge bevolking.

In het tienjarige bestaan van de BRIC's hebben deze landen samen een groei doorgemaakt die te vergelijken is met de totale omvang van de Amerikaanse economie.

Zet de groei door dan zullen de BRIC-landen over drie jaar gezamenlijk even groot zijn als de Verenigde Staten.

Bestedingsimpuls
Ondanks de hoge groei blijft de welvaart in deze landen nog ver achter bij ontwikkelde economieën. Een groeiende middenklasse zal niettemin tot een grote bestedingsimpuls leiden.

De BRIC's ondersteunen elkaar ook stevig via onderlinge handel en grondstoffenleveringen

Haarscheurtjes
Voor beleggers zijn de groeilanden niet per definitie het komende walhalla. Hoewel de groei in landen als China en India nog altijd onstuimig is, zijn er wel degelijk zorgen.

Beide reuzen kampen met een hoge inflatie en teruglopende groei. In China speelt nog een overspannen huizenmarkt, waardoor het bankensysteem mogelijk grote problemen te wachten staat.

De inflatoire druk is hoog omdat voedsel en energie duurder worden en in deze landen een relatief groot deel van het besteedbaar inkomen opeisen.

De centrale banken van diverse opkomende lansen reageren hierop door de rente te verhogen, maar dat trekt juist weer kapitaalstromen aan, wat de inflatie verder opdrijft.

Grote correlatie
De afhankelijkheid van buitenlandse investeringen, dual listings van Westerse multinationals en omvangrijke exportsector, zorgen ervoor dat de aandelenmarkten van de BRIC-landen nog altijd sterk gecorreleerd zijn met de Westerse beurzen.

Dat heeft er dan ook voor gezorgd dat een belegging op de Chinese beurs, ondanks de enorme economische groei, de afgelopen tien jaar negatief is geweest.

Ander nadeel van individuele BRIC-landen is dat zij afzonderlijk vaak erg eenzijdig zijn en niet erg geschikt als grote belegging.