VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Voor biotechbedrijf AMT dreigt het einde oefening te zijn

De fantastische verhalen van AMT over een baanbrekende gentherapie en een geweldig medicijn dat bijna op de markt kwam draait hoogstwaarschijnlijk uit op een fiasco.

Amsterdam Molecular Therapeutics, oftewel AMT, staat aan de rand van de afgrond.

De afwijzing van het belangrijkste product door de Europese registratieautoriteit, EMA, komt het waarschijnlijk niet te boven.

Meteen vanaf de beursintroductie in 2007 was duidelijk was dat de biotechonderneming zwaar leunde op het succes van slechts één geldverslindend product.

Achteraf bezien is een belegging in AMT niet veel anders geweest dan een grote gok.

Slecht management
Hoewel AMT ook nog andere gen-producten in de pijplijn heeft, zijn deze nog ver verwijderd van marktintroductie. Opbrengsten zullen nog lang uitblijven, de kosten lopen door.

Het management valt te verwijten dat het te zwaar afhankelijk is gebleven van het al dan niet slagen van Glybera.

Een smalle basis, omdat de werkwijze van de EMA, Europees keurmeester van medicamenten en therapeuten, even belangrijk als lastig te doorgronden is.

CEO Jörn Aldag heeft vanaf het begin van zijn aanstelling, drie jaar geleden, weliswaar getracht de risico's terug te brengen, maar is daar onvoldoende in geslaagd.

Zo is er gezocht naar commerciële partners voor Glybera en werden enkele andere programma's stopgezet om de uitstroom van cash te verminderen. Allemaal veel te mager.

AMT kan ook worden verweten dat het beleggers te weinig op deze risico's gewezen heeft en veel te veel geld heeft ingezet op één paard.

Geldverslinder
Bij de beursgang, die gepaard ging met een aandelenemissie, had AMT 56 miljoen euro in kas.

Dat leek veel, maar het biotechbedrijf joeg er jaarlijks 18 miljoen euro doorheen. Twee jaar na de beursgang werd nog eens 5 miljoen euro opgehaald en weer twee jaar later 14,3 miljoen euro.

Op 12 december 2011 zat er nog slechts 2,1 miljoen euro in kas en heeft het geen enkele kredietlijn meer tot zijn beschikking.

Na de afwijzing door de EMA hoopte AMT nog 10 miljoen euro lost te peuteren bij zijn grootaandeelhouders, voornamelijk durfkapitalisten. Deze hebben blijkbaar de deur dicht gehouden.

Inmiddels is ook het eigen vermogen van AMT onder nul gezakt en komt een faillissement dichtbij.

Wat rest
AMT voert nog altijd gesprekken met farmaciebedrijven en wellicht dat het volgend jaar een partner weet te vinden voor het hemophilia B (in- en externe bloedingen) programma. Dat zou de ´cashburn´ kunnen drukken.

De zoektocht naar andere bronnen van financiering gaan door, waarbij ook gedacht wordt aan de verkoop van bedrijfsonderdelen.

AMT heeft al de helft van zijn personeel ontslagen. Verdere kostenbesparingen zijn nauwelijks mogelijk, omdat dit nadelige effecten zal hebben op de nog lopende programma's.

De enige overlevingskans is dat de nog lopende programma's volledig gefinancierd worden door nieuw geld. Maar dan nog zal het jaren duren alvorens een product naar de markt gebracht kan worden, met wederom de onzekere goedkeuringsprocedure.

Elke vorm van financiering zal in ieder geval het winstpotentieel voor bestaande aandeelhouders fors doen verwateren.

Het lijkt daarmee een uitzichtloze situatie. Baanbrekende technologie is geen garantie op succes, terwijl het tussentijdse vertrek van belangrijke personen, waaronder ceo Ronald Lorijn, ook geen goed teken is geweest.