VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Aziatische grootmachten halen banden aan vanwege eurocrisis

In plaats van massale steun aan de euro is China vooral bezig de relatie met de eigen buurlanden te versterken. De afhankelijkheid van het Westen moet zo worden beperkt.

Er zijn weinig aanwijzingen dat China op korte termijn veel geld zal overmaken naar instanties om de eurolanden te ondersteunen.

Nu Duitsers al moeilijk doen over stortingen in de Europese noodpot, voelt China zich steeds minder geroepen. De Chinezen zetten hun kaarten liever in op het versterken van de eigen regio.

Zo gaan China en Japan met elkaar in overleg om een overeenkomst te sluiten over vrije handel tussen de beide grootmachten. In dit pact zou ook Zuid-Korea worden betrokken.

De Japanse premier Yoshihiko Noda en zijn Chinese collega Wen Jiabao hebben elkaar hierover het afgelopen weekend gesproken.

Nieuwe valutazone?
Japan en China drijven onderling al veel handel, China is inmiddels zelfs de grootste handelspartner van Japan, maar circa 60 procent wordt hierbij afgerekend in Amerikaanse dollars.

De besprekingen tussen beide landen zal dan ook gaan over beperking van de dollar als tussenvaluta.

Dat zou het Chinese en Japanse bedrijfsleven enorme besparingen kunnen opleveren op het gebied van valutaruiltransacties en valutarisico.

Japan heeft al aangegeven in Chinees staatspapier te zullen gaan beleggen. Dat zou niet eens zo zeer zijn om de eigen beleggingen meer te spreiden, maar om de economische samenwerking kracht bij te zetten.

Tegelijkertijd weten de beide landen dat zij zich op glad ijs begeven. Zowel Japan als China hebben enorme bedragen belegd in de Verenigde Staten en in mindere mate in Europa. Elke signaal dat op terugtrekking wijst kan de waarde van de eigen beleggingen aantasten.

O Noda liet dan ook gelijk weten dat Japan onverminderd vertrouwen houdt in de Amerikaanse dollar en de kredietwaardigheid van de Verenigde Staten.

Japan in zwaar weer
Intussen gaat het met de Japanse economie nog steeds niet goed. De Japanse centrale bank voelde zich zelfs genoodzaakt de groeiramingen voor de tweede maal deze maand neerwaarts aan te passen.

De Europese schuldencrisis en de sterke yen die daar mede het gevolg van is slaan hard toe in de Japanse exportsector. Veel beleggers sluizen hun geld richting Japan omdat zij het Westen minder vertrouwen.

Intussen wordt echter Japan ook steeds nadrukkelijker op de huid gezeten door de Amerikaanse kredietbeoordelaars.

Vorige week beet het Japanse ratingbureau ‘Rating en Investment Information (R&I) het spits af door Japan te downgraden van triple A naar AA+.

De Japanse staatsschuld bedraagt liefst 250 procent van het bruto binnenlands product, tegen circa 100 procent voor de Verenigde Staten en de eurozone.

Goed, bijna 95 procent van de Japanse overheidsschuld zit in binnenlandse handen, maar de Japanse overheid zal volgens de ratingbureaus meer moeten doen om de economie te stimuleren en de belastinginkomsten te verhogen.

China niet immuun
Ook over China komen steeds minder rooskleurige geluiden naar buiten. Vooral de Chinese lokale overheden hebben forse schulden en veel geld gestoken in slecht renderende infrastructurele projecten.

De Chinese economie wordt eveneens geraakt door de eurocrisis. De Chinese groei is voor een belangrijk deel gebaseerd op export. Circa 20 procent van de Chinese export gaat richting Europa.

Afgezien daarvan dreigt het Westen met protectionistische maatregelen omdat het meent dat de Chinese valuta te goedkoop is.

Het is geen slechte zaak dat Aziatische landen hun krachten bundelen. Uiteindelijk moet ook het Westen daar van kunnen profiteren.

Wel zal de Aziatische regio zich moeten beseffen dat zij het Westen nog altijd hard nodig heeft voor hun eigen verdere ontwikkeling.