VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Vermogensrendementsheffing voelt als verliestaks voor particuliere beleggers

De vermogensrendementsheffing heeft voor beleggers de afgelopen 11 jaar vaak tot extra verlies geleid. Het rendement dat beleggers hebben weten te behalen ligt fiks lager dan het door de belastingdienst gehanteerde 4 procent fictief rendement. Vooral voor beleggers die verlies lijden op hun portefeuille is het fictief rendement extra zuur. Zij moeten belasting betalen terwijl ze geen rendement hebben behaald.

Dat blijkt uit het vandaag gepubliceerde onderzoek van beleggersvereniging VEB.

VEB directeur Jan Maarten Slagter: ‘Voor veel van onze leden voelt de vermogensrendementsheffing als een Verliestaks. Zeker in een tijd waarin van het individu gevraagd wordt de regie in eigen hand te nemen voor zijn oudedagsvoorziening werkt deze vorm van belasting contraproductief’. De VEB ziet als een mogelijk alternatief voor het bepalen van het fictief rendement een voortschrijdend tienjaarsgemiddeld rendement op een fictieve belegging.

Onderzoeksresultaten
Uit onderzoek van de VEB blijkt de overgrote meerderheid van de beleggers sinds de invoering van de heffing in 2001 die 4 procent rendement over de jaren niet hebben behaald. Sommige beleggers zagen de waarde van hun kapitaal over die elf jaar zelfs afnemen.

Drie typen portefeuilles
Om te kijken welk effect de belastingverplichtingen hebben op de rendementen van beleggers stelde de VEB drie typische beleggingsportefeuilles samen: een defensieve, een neutrale en een offensieve portefeuille. De mandjes zijn samengesteld uit aandelen- en obligatiefondsen die populair zijn onder particuliere beleggers en ten minste elf jaar bestaan.

De uitkomsten zijn ronduit bedroevend voor beleggers. Geen van de beleggers wist het fictieve rendement van 4 procent voor belasting te behalen. De neutrale en offensieve belegger leiden zelf verlies na het betalen van de vermogensredementsheffing.

Cijfers
De minste pijn is geleden door de defensieve belegger. Hij of zij zag zijn vermogen in de laatste elf jaar met gemiddeld 1,34 procent per jaar groeien. De positieve rendementen op de obligatieportefeuille en het spaargeld bij de bank (bij elkaar 80 procent) konden het verlies op aandelen meer dan compenseren, wat resulteerde in een laag rendement.

De neutrale en offensieve beleggers zitten zwaarder in aandelen. Tegenover meer risico stond in de laatste elf jaar echter geen hoger rendement. De neutrale portefeuille gaf een rendement van 0,53 procent op jaarbasis. De offensieve portefeuille rendeerde met min 0,28 procent zelfs negatief.

Na aftrek van de vermogensredementsheffing van 1,2 procent blijft er alleen bij de defensieve portefeuille een klein plusje staan van 0,14 procent. Bij de andere twee portefeuilles slinkt het vermogen op jaarbasis met respectievelijk 0,67 procent en 1,48 procent nadat de heffing is gestort op de rekening van de belastingdienst.

Toekomst vermogensrendementsheffing
De vermogensrendementsheffing werd 11 jaar geleden ingevoerd om te komen tot een rechtvaardige belastingheffing. Dat lijkt niet helemaal te lukken gezien de daadwerkelijk behaalde rendementen en het extra verlies dat vooral beleggers raakt.

‘De Tweede Kamer behandelt in 2012 de fiscale agenda. Dat is het moment voor een grondige bezinning over de vermogensrendementsheffing op beleggingen’, aldus VEB directeur Jan Maarten Slagter.

De vermogensrendementsheffing zou op enkele onderdelen aangepast kunnen worden zodat de scherpe kanten van de regeling worden afgehaald. ‘Een van de mogelijke aanpassingen kan gezocht worden in het laten aansluiten van het rendement op het voortschrijdend tienjaarsgemiddelde van een mandje beleggingen of bijvoorbeeld tienjarige Nederlandse staatsobligaties’, aldus Slagter.

Beleggersvereniging VEB