VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Olieprijs zakt na speculatie over aanspreken strategische reserves

De combinatie van economische zwakte in het Westen en dure olie begint steeds meer pijn te doen. Frankrijk neemt het voortouw in de discussie om strategische voorraden aan te spreken om de prijs te drukken.

Normaal gesproken zakt de olieprijs bij een kwakkelende economie. Die vlieger gaat dit keer niet op en dat zorgt voor nog grotere economische problemen in de wereld.

Sinds eind vorig jaar is de olieprijs met circa 20 procent opgelopen en noteert daarmee op het zeer hoge niveau van rond de 125 dollar per vat Brent olie.

Schadelijk
Zorgen over een tekort aan aanbod, ook ingegeven door het embargo tegen Iran dat op 1 juli ingaat, drijft de spotprijs naar grote hoogten. Consumenten voelen het direct (benzineprijzen) en indirect (goederen, energieprijzen) in hun portemonnee.

In economisch goede tijden kunnen bedrijven dit wellicht nog in de eindprijzen doorbereken, maar ook een oplopende inflatie zal uiteindelijk de economie schaden.

Inzet strategische voorraden
Er zijn nu berichten dat Westerse landen, Frankrijk voorop, hun strategische oliereserves willen aanspreken om het aanbod te verhogen en zo de olieprijs omlaag te krijgen.

Frankrijk zou hierover in gesprek zijn met het Groot Brittannië en de Verenigde Staten en ook met het Internationale Energie Agentschap (IEA).

Het IEA vertegenwoordigt de belangen van 28 geïndustrialiseerde landen en coördineert hierbij ook strategische oliereserves van deze landen.

Speculatie
Marktkenners zien in het algemeen weinig nut in het vrijgeven van strategische voorraden op de olieprijs.
De laatste keer dat deze werden ingezet was eind juni 2011, vlak voor het ‘driving season' in de Verenigde Staten. De olieprijs zakte toen even onder de 100 dollar per vat.

Volgens bijvoorbeeld Frankrijk zou dat dit keer anders zijn omdat de olieprijs vooral door speculatie wordt opgedreven.

De discussie over het vrijgeven van de strategische oliereserves kan echter niet los worden gezien van de aankomende presidentsverkiezingen in zowel Frankrijk als de Verenigde Staten.

Het ziet er nar uit dat met name Nicolas Sarkozy het ongenoegen van de Franse burger aan de benzinepomp wil gebruiken om zijn herverkiezing veilig te stellen.

Saoedi Arabië
De grootste olieproducent en land met de grootse reserves, Saoedi Arabië, zit ook met de hoge olieprijs in zijn maag.
Hoewel het op het eerste gezicht gunstig lijkt voor de Arabieren, zien zij ook dat de dure olie pijn begint te doen bij de klanten.

Saoedi Arabië heeft dan ook aangegeven mogelijk te interveniëren en de oliekraan wijder open te zullen zetten om de prijs te drukken.

Volgens de Arabieren weerspiegelt de huidige prijs geenszins de actuele vraag-aanbodverhoudingen in de markt.
De Arabische oliesjeiks worden in staat geacht het dagelijkse aanbod op de wereldmarkt met 3 procent te verruimen.
Futureprijs
De visie van de grote Saoedi Arabië en de grote consumerende landen over speculatie wordt ondersteund door de tarieven op de termijnmarkten.
Olie met levering over bijvoorbeeld zes jaar is nauwelijks in prijs gestegen en noteert zelfs nog onder de 100 dollar per vat.
Nu zegt dat niet alles. Het zou ook zomaar kunnen zijn dat de markt meer gebruik van alternatieve energiebronnen incalculeert.

Hoe dan ook, de betrokken landen spelen een gevaarlijk spel. Aanspreken van strategische reserves doet de reservecapaciteit afnemen, nodig om schokken op te kunnen vangen. Het zou daarom op termijn ook zo maar eens tot hogere prijzen kunnen leiden.