VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Wat beleggers merken van de verkoop van Robeco

Opnieuw gaat Rabobank een vermogensbeheerder verkopen. De bank zoekt gegadigden voor Robeco, na eind vorig jaar al het belang in het Zwitserse Sarasin te hebben verkocht. De gevolgen voor beleggers.

Als het een beetje mee wil zitten gaan Robeco en Rabobank op korte termijn ieder een andere weg. Wat zijn in eerste aanleg de gevolgen voor bank, vermogensbeheerder en beleggers?

Waarom zou Robeco aantrekkelijk zijn voor een overnemende partij?
Met 150 miljard euro onder beheer (eind 2011) is Robeco een grote Nederlandse speler met een aantal interessante proposities.

Robeco heeft een sterk internationaal netwerk, waar ze in de markt toch wel om geroemd wordt.

Een bekend grapje is dat Robeco goed is, maar dan wel alleen buiten Rotterdam. Hoe dan ook heeft Robeco een sterke positie in Amerika (Robeco Investment Management, RIM) en Azië (Robeco Asia Pacific).

Bij RIM zag Robeco het vermogen in drie jaar bijvoorbeeld verdubbelen naar 21 miljard euro.

Robeco is daarnaast steeds minder afhankelijk van de particuliere belegger. Eind 2011 komt bijna de helft van het vermogen onder beheer van institutionele partijen.

Het percentage van het Nederlandse institutionele vermogen dat Robeco beheert moet eind 2014 naar 16 procent, tegen 8 procent twee jaar geleden.

Wat zijn de gevolgen van verkoop voor de Rabobank?
Met de opbrengst kan de bank zijn eigen vermogen verder versterken en dat is geen overbodige luxe in moeilijke economische tijden die ook Rabobank moeten treffen. Per slot van rekening is het de grootste verstrekker van hypotheken in Nederland.

En dan zijn er ook nog de toezichthouders die de eisen voor bankbuffers optrekken. Rabobank wist de balans al eerder af te slanken met de verkoop van een belang in het Zwitserse Sarasin en het is niet uit te sluiten dat bijvoorbeeld ook leasebedrijf De Lage Landen in de toekomst onder de loep wordt gelegd door de coöperatieve bank.

De lokale banken zijn in ieder geval niet afhankelijk van Robeco, omdat de moederbank al een tijd geleden is begonnen met een zogenaamde ‘open architectuur'. Fondsen van Robeco krijgen hierdoor niet per definitie de voorkeur bij de verkoop van beleggingsfondsen aan klanten.

Dit zie je al terug in de private bank van de bank, waar slechts een heel klein deel van de fondsen binnen vermogensbeheer van Robeco is. Een bank en fondsaanbieder in één heeft altijd voor de nodige spanningen bezorgd.

Door de distributievergoeding was het voor banken interessant om fondsen uit eigen huis te verkopen.
De distributievergoeding - kosten die een belegger betaalt aan de vermogensbeheerder die deze weer doorsluist naar de bank die het fonds aanbiedt aan de klant - bleef zo bij de moederbank.

Gelukkig heeft Rabobank dit jaar afstand genomen van deze lamentabele manier van vergoeden.

Wat betekent het voor beleggers in Robeco-fondsen?
Dit is moeilijk in te schatten. Het zal heel erg afhangen van de insteek van de overnemer. Als zij beleggingsstrategieën willen samenvoegen kan dit het einde betekenen van een aantal fondsen van Robeco. De strategie van de Robeco fondsen zal dan in veel gevallen het onderspit delven.

Verder kunnen er gevolgen zijn voor de beheerteams, ofwel de poppetjes binnen de Robeco organisatie.

Bij het samengaan van ABN AMRO en Fortis Investment zijn er links en rechts de nodige koppen gerold, maar zo een vaart zal het nu zeker niet lopen. Een overname brengt in ieder geval altijd onzekerheid mee in een organisatie. Het is te hopen voor Robeco dat de belangrijke fondsmanagers die gelegenheid niet aangrijpen om te vertrekken.

Of Robeco-fondsen goedkoper worden -lees: lagere kosten rekenen- is nu nog niet te zeggen. Het zou kunnnen dat een overnemende vermogensbeheerder zijn kleine fondsen samenvoegt met soortgelijke fondsen van Robeco. Denk aan twee Afrika-fondsen van de twee verschillende beheerders.

De kosten van de zo gecreeërde nieuwe fondsen moeten omlaag kunnen, alleen al vanwege de grotere omvang.