VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Topman Jaski geeft uitleg over toekomst van Grontmij

Een nieuwe start met een loodzware erfenis. Dat is de situatie waarin Grontmij-topman Jaski zit. Hoe wil hij het ingenieursbureau weer in de rails trekken? Een gesprek.

Jarenlang was Michiel Jaski bestuurder bij ingenieursbureau Arcadis en bekeek hij de gang van zaken bij branchegenoot Grontmij van buitenaf.

Nu moet hij puin ruimen en geld ophalen. Wat is hij van plan met Grontmij en wat mogen beleggers verwachten?

Op welke tegenvallers stuitte u bij uw entree bij Grontmij?
"Vooral de veelheid aan issues. Ik wist wel dat er spanning zat op de relatie met de Franse dochter [het begin 2010 overgenomen Ginger, red.], maar dat dat dossier zo complex zou zijn, dat wist ik niet.

Ook op het vlak van de transparantie en financiële verslaglegging was er ruimte voor verbetering. Dat zag ik ook al wel toen ik nog bij Arcadis werkte en wij ons wel eens verbaasden over de persberichten die Grontmij uitstuurde.

Maar wat er allemaal achter zit en dat hier echt hard gewerkt moet gaan worden aan de verbetering van de financiële rapportages, dat is iets wat ik bijvoorbeeld niet kon inschatten toen ik hier instapte."

Doelt u dan op een gebrekkige integratie van de overname van Ginger?
"Ja, je constateert al snel dat de integratie van Ginger en Grontmij nog maar heel beperkt gebeurd is. Daar is nog een hoop te doen. En dan spreek je niet alleen over financiële integratie.

De formele stappen die genomen moesten worden, zijn denk ik wel gezet, maar het echt meesturen in dat bedrijf en het leggen van allerlei bruggen in de business tussen Ginger en Grontmij was nog maar beperkt ingezet."

Hoe ziet u het komende jaar, twee jaar de Europese markt waar Grontmij haar brood moet gaan verdienen?
"2012 zal zeker een lastig jaar zijn. Onze activiteiten zijn sterk gerelateerd aan de ontwikkeling van het bruto binnenlands product (BBP). Wij zitten qua groei zo'n een à twee procent boven het BBP. Maar als het BBP zoals nu terugvalt, dan zie je dat weer heel snel in een dalende marktvraag.

Als je op de wat langere termijn kijkt, dan verwachten we een gematigde groei in Europa. Het verschilt wel per land. In Scandinavië en Duitsland is het wat beter, in Polen en Turkije nog weer wat beter, maar aan de andere kant heb je het Verenigd Koninkrijk en Nederland waar de onzekerheid groter is."

Moeten Polen, Turkije en Scandinavië Grontmij door deze moeilijke tijd slepen?
"Nee, wat ons op korte termijn moet helpen is de herstructurering. Dus de margeverbetering die we aan beleggers hebben voorgelegd (naar 6 - 8 procent ebita-marge in 2015, nu 2,7%, red.), moet voor een groot deel komen uit het verbeteren van het eigen bedrijf.

Het is dus niet zozeer een groei gedreven verhaal. We moeten eerst een flink aantal klussen intern klaren.

Dat zijn kostenbesparingen, lage margeactiviteiten verkopen en maatregelen die te maken hebben met het strakker aantrekken van de teugels.

Als je naar het trappetje kijkt dat ons terug moet brengen naar onze margedoelstelling, dan zijn dat de meest materiële stappen. En dan is groei mooi, maar dat is in eerste instantie niet waar het om gaat."

Analisten zijn sceptisch over uw margedoelstelling voor 2015. Wat zien zij wel wat u niet ziet?
"Dat sommigen wat voorzichtig zijn, kan ik goed begrijpen gelet op de geschiedenis van Grontmij. Maar we hebben een strategie waar iedereen bij Grontmij in gelooft en een reële margedoelstelling van 6 tot 8 procent.

Ik heb niet het gevoel dat we met een irreëel perspectief werken. We worden met die marge ook niet best-in-class, er zijn bedrijven die het beter doen. Maar laten we eerst als Grontmij daar maar eens komen, we hebben nog genoeg werk te doen."

Ondanks het feit dat het BBP in veel landen, zeker Europa, onder druk staat, denkt u dat de doelstellingen reëel zijn?
"Ja, voor de periode tot 2015 zijn het reële doelstellingen. Kijk in zaken is nooit iets risicovrij, maar we gaan er wel voor. En ik merk dat het personeel er in meegaat.

We moeten hier niet in een ivoren toren wat roepen, de landendirecteuren en de mensen daaronder moeten ook geloven in dat perspectief."

In Scandinavië loopt het nog redelijk. De overname van het Deense Carl Bro in 2006 is een goede zet geweest?
"Ja, strategisch is dat een heel goede zet geweest. Als ik kijk naar de kwaliteit van de Deense organisatie, dan is dat een van de betere clubs in het bedrijf die wij als benchmark kunnen gebruiken voor de rest van Grontmij.

De Zweden komen daar net achteraan. Dat is een goede kant van die overname. Het Verenigd Koninkrijk, waar Carl Bro ook zat, heeft wel zijn issues gehad. 2011 heeft daar wel echt een behoorlijk effect gehad.

Overigens niet alleen het Carl Bro stuk, maar ook de drie bedrijven die Grontmij daar in 2008 kocht. Twee daarvan presteerden slechter dan verwacht." [Red.: vorige week maakte Grontmij bekend de Britse dochter Trett te hebben verkocht]




Gerelateerde artikelen