VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Prijzenoorlog in tracker-land

Beleggen in trackers is beleggen tegen lage kosten. En het kan nog goedkoper. Wereldmarktleider iShares gaat de kosten verlagen onder druk van concurrent Vanguard.

Een prijzenbonanza is aanstaande in de wereld van indexfondsen.

Topman Larry Fink van BlackRock, de moedermaatschappij van iShares, kondigde deze week aan de kosten van haar grootste en belangrijkste trackers tegen het licht te houden.

Daarmee zullen de producten nog voordeliger worden.

Vrijwillig is de kostenverlaging niet, want iShares ziet haar leidende marktpositie steeds verder onder druk komen, vooral door het Amerikaanse .

Marktverschuiving in groeiende markt
Passief beleggen wordt de laatste jaren steeds populairder. In de Verenigde Staten, de bakermat van indexbeleggen, wordt inmiddels 21 procent van de beleggingen op deze wijze weggezet.

En dat percentage stijgt nog steeds. iShares, dat als één van de eerste de markt betrad, heeft vanaf het begin een dominante positie. De laatste tijd kalft het marktaandeel desondanks af.

Eind juli had het in de Verenigde Staten 41 procent van de markt in handen, een daling van 1,6 procentpunt in vergelijking met eind vorig jaar. Winnaar is Vanguard, dat haar positie met 1,8 procentpunt uitbreidde tot 18 procent.

Om producten tegen lage kosten aan te kunnen bieden is omvang cruciaal. Alleen de hele grote partijen stappen als winnaar van het veld en steeds vaker is dat Vanguard.

Vanguard wint
De laatste jaren wijzen de cijfers over in- en uitstroom van belegd vermogen uit dat Vanguard haar concurrenten aftroeft.
Dit jaar wist Vanguard bijna 30 miljard dollar aan nieuw vermogen voor haar trackers binnen te halen.

iShares kon daar niet meer dan 16 miljard tegenover stellen. Niet verwonderlijk, want Vanguard is simpelweg goedkoper en krijgt daarom de voorkeur van met name particuliere beleggers.

Zo kost het iShares S&P 500 Index Fund 9 basispunten (0,09 procent), terwijl de vergelijkbare Vanguard S&P 500 ETF bijna de helft kost met 5 basispunten.

Het verschil tussen iShares MSCI Emerging Markets Index en Vanguard MSCI Emerging Markets ETF is nog aansprekender, 0,67 procent om 0,2 procent.

Kostenverlaging enige redmiddel
Om haar positie te handhaven kan iShares niet anders, dan haar kosten te verlagen. Daarmee wordt een ware prijzenoorlog ontketent.

Naast iShares zullen ook andere concurrenten moeten volgen om niet volledig weggevaagd te worden door de twee mastodonten op het gebied van indexbeleggen. Daarbij komt dat Vanguard ook niet stil zit en een historie heeft van continue lagere prijzen.

Europa doet nog niet mee
Voor de Nederlandse belegger heeft het nog geen directe gevolgen. De concurrentieslag wordt op dit moment vooral in de Verenigde Staten geleverd. Dit komt onder meer, omdat de markt voor indexbeleggen in Europa kleiner en meer gefragmenteerd is.

Daarnaast is Vanguard in Europa vooralsnog grotendeels afwezig, al heeft de onderneming inmiddels wel voorzichtig haar teen in het water gestoken. Dit jaar werden de eerste producten in Groot Brittannië geïntroduceerd.

De kosten voor trackers liggen in Europa dan ook nog hoger dan in de Verenigde Staten. Zo kost de iShares S&P 500 tracker in Nederland nog 0,4 procent en de iShares MSCI Emerging Markets tracker 0,75 procent.

Vooralsnog is het wachten tot de prijzenoorlog overwaait, de komst van Vanguard naar Europa belooft veel goeds.

Tot die tijd kan een belegger altijd kiezen voor in de Verenigde Staten genoteerde producten. De wellicht hogere transactiekosten wegen voor de lange termijn belegger niet op tegen de lagere kosten van de trackers.