VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Duidelijkheid van beursfondsen gewenst over gevolgen nieuwe pensioenregels

Nieuwe boekhoudregels kunnen grote financiele gevolgen hebben voor de pensioenverplichtingen van veel bedrijven. De VEB vraagt om duidelijkheid.

Bedrijven die zogeheten toegezegde pensioenregelingen (defined benefit plans) hebben, kunnen als gevolg van nieuwe boekhoudregels te maken krijgen met significante financiële gevolgen.

De VEB verzoekt ondernemingen in hun jaarverslag daarom de verwachte gevolgen daarvan te beschrijven voor de winst- en verliesrekening, het buffervermogen (eigen vermogen) en de verwachte kasuitstromen.

Dat stelt de VEB in haar jaarlijkse speerpuntenbrief aan in Nederland genoteerde ondernemingen.

De betreffende beursfondsen zullen bijvoorbeeld een eenmalige last moeten nemen tegen het eigen vermogen en/of de komende jaren hogere pensioenlasten in de winst- en verliesrekening moeten verantwoorden.

Op dit moment is het nog zo dat actuariële pensioenverliezen over meerdere jaren uitgesmeerd mogen worden.

Ook is nu toegestaan te rekenen met een verwacht beleggingsrendement voor het pensioenfonds dat hoger ligt dan de rekenrente (de discontovoet gebruikt om de huidige waarde van de toekomstige pensioenverplichtingen te bepalen). Vanaf verslagjaar 2013 mag dat echter niet meer.

Beursondernemingen zouden daarom de mogelijke consequentie voor verschillende solvabiliteitratio's (bijvoorbeeld: solvabiliteit, gearing en rentedekking) moeten verduidelijken.

Ook is voor beleggers essentieel dat mogelijke cashverplichtingen die met het pensioenfonds zijn aangegaan en de wijze waarop de cashrisico's beperkt kunnen worden, duidelijk door bedrijven worden vermeld. Ondernemingen zouden ten minste inzicht moeten geven in een scenario-analyse waarbij drie scenario's (base-, worst- en best case scenario) worden geschetst voor de komende jaren.

Onder andere Air France–KLM, PostNL, Unilever en Shell hebben omvangrijke pensioenverplichtingen in hun boeken staan waarvan de impact op de resultaten onder de nieuwe regels flink kan zijn.

Datzelfde geldt bijvoorbeeld ook voor aan de Midkap genoteerde bedrijven als Imtech en Bam.

Andere aandachtspunten
Informatie over pensioenrisico's is één van de drie onderwerpen waarvoor de VEB extra aandacht vraagt van ondernemingen.

Daarnaast wil de beleggersvereniging ook meer informatie over het dividendbeleid en de waardering van goodwill.

Het dividend is over langere perioden een substantieel deel van het totaalrendement voor aandeelhouders.

In woelige economische tijden hebben beleggers meer behoefte aan duidelijkheid over (de houdbaarheid van) het geformuleerde dividendbeleid. De toelichting op het dividendbeleid moet zorgvuldiger en moet meer recht doen aan bedrijfsspecifieke overwegingen.

Goodwill
Bedrijven die in de loop der jaren andere concerns hebben overgenomen, hebben vaak veel goodwill op hun balans staan.

In het licht van een periode van laagconjunctuur en een lagere verdiencapaciteit is te verwachten dat ondernemingen bij de jaarlijkse impairmenttest tot de conclusie komen dat de boekwaarde van de goodwill niet langer kan worden terugverdiend.

De bij die impairment test gehanteerde veronderstellingen (zoals disconteringsvoet, groeivoet (ten aanzien van omzet en winst), residuwaarde) moeten helderder door beursfondsen worden aangegeven.

Een gevoeligheidsanalyse, de bandbreedte van disconteringsvoet en bijvoorbeeld marge- en omzetgroei waarbinnen de boekwaarde van de goodwill nog te handhaven is, is voor beleggers eveneens essentiële informatie die momenteel nog te vaak ontbreekt.

Vooral bij bedrijven die hun dividend laten afhangen van het nettoresultaat en onlangs een goodwillafwaardering moesten slikken, en daardoor 2012 met rode cijfers afsluiten, is de vraag of dat nettoverlies gevolgen gaat hebben voor een dividenduitkering.

Onder andere bouwers Bam en Ballast Nedam moeten zich daar de komende maanden over gaan buigen.

Ook in de bestuurskamer van Akzo Nobel, dat volgens het jaarverslag streeft naar een ‘stijgend dividend in lijn met de verwachte  toename van het kasstroomgenererend vermogen’, zal het dividendbeleid door een lagere verwachte kasstroom van de decoratieve verfdivisie hoog op de agenda staan.