VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Eurozone maakt zich belachelijk met gehannes rond nietig Cyprus

Europa maakt zich belachelijk nu de op twee na kleinste economie binnen de eurozone voor nieuwe crisistijden zorgt. Is de Europese economie al sterk genoeg om de crisis op Cyprus te dragen?

Nee, de eurocrisis was niet voorbij, zo zeiden veel economen afgelopen maanden. Een klein vonkje kon de crisis weer doen oplaaien.

De vonk kwam uit de op twee na kleinste economie binnen de eurozone, Cyprus.

Het eiland, dat jarenlang alleen in het nieuws kwam door de spanningen tussen Turkse en Griekse inwoners, verkeert in politieke en economische chaos nadat een reddiingsplan vanuit Europa werd verworpen in het parlement, een unicum in (euro-)crisistijd. 

Zonder de steun van die landen kan Cyprus failliet gaan, uit de eurozone vallen en voor grote problemen in die muntunie zorgen.

Griekse domino
Oorzaak en aanleiding van de financiële malaise zijn inmiddels gevoeglijk bekend. Belabberd toezicht heeft de financiële sector op Cyprus fors opgeblazen. Banken op Cyprus waren de grootste houders van Griekse schulden, 22 miljard euro, meer dan de omvang van de totale Cypriotische economie.

Cypriotische banken werden dan ook het hardst geraakt toen in februari vorig jaar werd besloten om de Griekse schulden aan de private sector te verlichten. In spreektaal gezegd: wie leningen van Griekse banken had uitstaan kreeg die niet helemaal meer terug.

De rest is inmiddels bekende geschiedenis binnen de eurocrisis: banken kwamen in grote problemen en moesten met overheidssteun gered worden, waardoor diezelfde overheid te kampen kreeg met ondraaglijke hoge lasten en failliet lijkt te gaan.

In de kleine economie gaat dat snel. Neem de Cyprus Popular Bank (CPB), een van de grootste banken die in de problemen kwam nadat het voor 2 miljard aan Griekse schuld had afgeschreven Op Griekse leningen.

De Cypriotische overheid moest voor 1,8 miljard euro aan aandelen van de bank kopen. Dat betekent een extra begrotingstekort van bijna tien procent waar drie procent de Europese norm is.

Nieuwe strengheid in oude crisis
Eind juni vorig jaar vroeg Cyprus noodsteun aan bij het Internationaal Monetair Fonds en de eurolanden. De andere eurolanden stonden daar in beginsel positief tegenover.

Het gevraagde steunbedrag van 10 miljard euro steekt schril af tegen de honderden miljarden die eerder werden geleend aan Griekenland, Ierland, Spanje en Portugal.

Maar de tijd heeft in het nadeel van Cyprus gespeeld. Er is lang onderhandeld over noodzakelijke hervormingen, een voorwaarde voor de noodsteun. En juist in die periode is in Europa een periode van ‘nieuwe flinkheid' ingetreden.

Het uitgangspunt is goed te billijken: wie problemen veroorzaakt moet zelf bloeden. Of dat op langere termijn en in een groter geheel ook de verstandigste oplossing is blijft de vraag.

Neem de nationalisatie van SNS Reaal. Minister van Financiën zegt dat ingrijpen noodzakelijk was en onteigende beleggers in aandelen en achtergestelde obligaties. Dat laatste was een uitzonderlijke maatregel die repercussies zal hebben voor gezonde banken die geld willen ophalen.

In Cyprus wilde steunverleners ook ‘kleinere' spaarders laten meebetalen, mensen met tegoeden die normaal onder garantie vallen. Daarmee wordt duidelijk dat spaargeld gegarandeerd is tot het moment waarop de garantiehouder (Cyprus in dit geval) het niet meer kan bolwerken.

Dat mag logisch lijken en volgens enkele marktkenners een begin van een nieuwe realiteit zijn. Maar of de fragiele Europese economie zoveel rechtlijnigheid nu al kan dragen is de vraag.

Zeker is in ieder geval dat de reputatie van economisch Europa een nieuwe knauw heeft gekregen door het gehannes rond Cyprus.