VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

In 9 stappen naar kwaliteitsaandelen met de F-score

Een belegger die tot negen kan tellen lijkt een stevig extra rendement te kunnen boeken met de Piotroski F-score. Is het werkelijk zo eenvoudig? 

Beleggingsadviseurs pronken ermee: ze investeren uw geld uitsluitend in “kwaliteitsaandelen”.

Maar kwaliteit blijkt een kneedbaar begrip. Waar de ene adviseur het aandeel Apple een kwaliteitsaandeel noemt  - vanwege het sterke merk en ultradegelijke balans - vindt de ander het een voor hypes gevoelig technologiebedrijf zonder duurzaam verdienmodel. 

De inflatie van het begrip “kwaliteit”, zal Joseph Piotroski een doorn in het oog zijn.

De econoom, verbonden aan de prestigieuze Amerikaanse Stanford Universiteit, bedacht de Piotroski F- score, waarbij de F voor “financially sound”, oftewel financieel gezond staat. 

Door bedrijven langs de meetlat van Piotroski te leggen, zouden beleggers een stevig extra rendement kunnen behalen.

Winnaars selecteren
De basis van Piotroski’s analyse was een mandje aandelen met een lage waardering; de beurswaarde van deze aandelen  is laag in verhouding tot de waarde die in de boeken staat.

De hoogleraar was geïntrigeerd door het gegeven dat een dergelijke groep aandelen beter rendeerden dan het marktgemiddelde, in goede en slechte economische tijden.

Hij zag ook een probleem: binnen het mandje met goedkope aandelen zorgden enkele uitschieters voor het vette rendement.

Deze  uitschieters compenseerden de grote groep aandelen die bleven doorkwakkelen en negatief rendeerden. Het startpunt van de F-score is proberen deze zeperds te vermijden en louter geld in de winnaars steken.

De voormalig accountant selecteerde de goede aandelen met een checklist van negen ja/nee-vragen over de financiën van een bedrijf. De vragen zijn onderverdeeld in drie categorieën die betrekking hebben op de winstgevendheid, solvabiliteit en de operationele efficiëntie van de onderneming.

Voor iedere vraag op de checklist kan het aandeel één punt krijgen: een absolute winnaar krijgt dus negen punten,  een verliezer nul. 

Extra rendement
Piotroski testte zijn theorie op twintig jaar beleggingsdata tot 1996 en concludeerde dat goedkope aandelen met een score van meer dan acht een rendement opleverden dat jaarlijks 7,5 procent boven dat van de index lag.

Nog beter: een strategie waarbij zowel de aandelen met de slechtste score werden verkocht (“geshort”) en aandelen met de hoogste score werden gekocht, leverde 23 procent rendement per jaar op.

Recent onderzoek toont aan dat de checklist nog werkt. De Amerikaanse beleggersorganisatie AAII onderzocht 56 verschillende aandelenstrategieën.

De F-score was de enige die ook in het rampjaar 2008 een positief rendement boekte. De vijf kwaliteitsaandelen van Piotroski leverden een rendement op van 32,6 procent op, terwijl het gemiddelde van alle strategieën een dikke min van  41,7 procent bedroeg.  

Nadelen
De F-score kent ook gebreken. Zo is de checklist niet toepasbaar op vastgoedfondsen, verzekeraars en banken. Ook is het een behoorlijk karwei om de vragenlijst af te werken voor tientallen aandelen met een lage waardering.

Daarbij komt, zeker gezien het kwakkelende economische klimaat, dat maar weinig bedrijven een hoge score toegekend krijgen. Hierdoor is het moeilijk om voldoende spreiding in de portefeuille te krijgen.

Handig?
Een belegger kan met de F-score vrij eenvoudig kwaliteitsaandelen filteren uit een lijst met aandelen met een lage waardering. Het is wel een arbeidsintensief werkje en er zijn, zeker in het huidig economisch klimaat, maar weinig aandelen die een 8 of hoger scoren.

Piotroski op het Damrak
Aandelenselectie via de F-score verloopt als een tweetrapsraket. Allereerst is het zoeken naar aandelen met een lage waardering. Piotroski vond alleen die aandelen binnen een index interessant die bij de twintig procent aandelen met de laagste beurskoers ten opzichte van de boekwaarde hoorden.

Voor de aandelen op het Damrak voldoet het aandeel ArcelorMittal aan dit criterium.
Daarna is het tijd voor de checklist van negen vragen. Is het antwoord op een vraag “ja” dan krijgt het aandeel 1 punt, bij “nee” is er geen deelscore.

De eerste 4 criteria hebben betrekking op  het winstpotentieel van een onderneming

1. Was de winst voor bijzondere zaken in het laatste boekjaar positief?
Nee. ArcelorMittal boekte een verlies van 3,2 miljard dollar in 2012.
Score 0 punten

2.  Was de operationele kasstroom in het laatste boekjaar positief?
Ja. De onderneming boekte een operationele kasstroom van 5,3 miljard dollar in 2012.
Score 1 punt

3. Was het rendement op het balanstotaal hoger dan in het boekjaar 2011?
Nee. Het rendement op het balanstotaal was vorig jaar negatief (minus 2,8 procent), terwijl dit in 2011 nog een positief getal was.
Score 0 punten

4. Ligt de operationele kasstroom hoger dan de winst? Reden van de vraag: bedrijven met een hogere winst dan kasstroom gebruiken vaak boekhoudkundige trucjes om zaken mooier voor te stellen dan ze zijn.
Ja. De operationele kasstroom van 5,3 miljard dollar is aanzienlijk hoger dan de negatieve winst van 3,2 miljard dollar.
Score 1 punt  

De volgende 3 criteria analyseren hoe solvabel de onderneming is
5. Ligt de nettoschuld (rentedragende schulden minus cashpositie) lager dan vorig jaar? 
Ja. De nettoschuld in 2012 bedroeg 21,8 miljard dollar en dat is iets minder dan in 2011 (22,5 miljard dollar).
Score 1 punt

6. Is de liquiditeit verbeterd, gedefinieerd als de current ratio (vlottende vaste activa gedeeld door de vlottende passiva)?  
Nee. De vlottende activa bedroeg in 2011 35,6 miljard dollar en de vlottende passiva 23,8 miljard dollar, wat resulteert in een current ratio van 1,5.  In 2012 daalde de ratio tot 1,3, een verslechtering dus.
Score 0 punten

7. Heeft ArcelorMittal geen aandelen uitgegeven in het boekjaar 2012? Reden van de vraag: een aandelenemissie is vaak nodig omdat de ondernemingsleiding verwacht dat het niet aan toekomstige financiële verplichtingen kan voldoen. 
Nee. Arcelor Mittal heeft 642 miljoen dollar opgehaald met eeuwigdurende kapitaalinstrumenten, die volgens het bedrijf geclassificeerd worden als aandelen.
Score 0 punten

De laatste twee vragen beoordelen hoe efficiënt het bedrijf op het operationele vlak is
8. Is de bruto marge, brutowinst gedeeld door de omzet, verbeterd ten opzichte van 2011?
Nee. In 2012 bedroeg de bruto marge bijna 0 procent tegenover een positieve  marge van 9 procent in 2011.
Score 0 punten

9. Is de turnoverratio, oftewel de omzet gedeeld door het balanstotaal, beter geworden in het laatste boekjaar? Dit is een maatstaf die aangeeft hoe productief de onderneming haar bezittingen aanwendt. 
Nee. In 2011 bedroeg de omzet 94 miljard dollar bij een balanstotaal van 122 miljard dollar, wat uitmondt in een ratio van 0,77. In 2012 verslechterde de ratio tot 0,74. 0 punten

De eindscore
Piotroski haalt zijn neus op voor Arcelor Mittal. Het bedrijf scoort slechts 3 punten en is dus geen kwaliteitsaandeel voor volgers van de F-score.