VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Buitenlandse kritiek Duitse betalingsbalans vindt weerklank

Duitsland trekt zich de kritiek aan dat het met overschot op de betalingsbalans de wereldeconomie scheef trekt. Het Nederlandse overschot is nog veel groter, waarmee het voor de hand zou liggen dat het onderwerp hier ook op de agenda komt.

Deze maand kreeg Duitsland een reeks aan verwijten uit het buitenland aan de broek. Duitsland voert veel meer uit dan in waardoor het een stevig handelsoverschot heeft.

Tegelijkertijd heeft Duitsland een overschot op de betalingsbalans.

Niets mis
Volgens het Amerikaanse ministerie van Financiën en het IMF is deze onevenwichtige situatie een probleem voor de wereldeconomie. De Europese Commissie voegde zich daarna bij de criticasters met de aankondiging het overschot te gaan onderzoeken.

De primaire reactie vanuit Duitsland was in eerste instantie afwijzend. Er is niets mis met het Duitse economische model en het overschot op de betalingsbalans is niet meer dan een uiting van kracht van de Duitse economie, luidt het.

Inmiddels klinken in Duitsland toch ook geluiden dat de buitenlandse stemmen wellicht een punt hebben. Daarbij zijn grootschalige loonstijgingen waar vooral Amerikaanse economen om roepen uitgesloten.

Maar waar Duitsers wel voor open lijken te staan zijn maatregelen op het gebied van investeringen en belastingen. Economisch instituut DIW onlangs op de lage private investeringen in Duitsland en deed om hier wat aan te doen.

De overheid zou het voortouw kunnen nemen door zelf de portemonnee te trekken en geld te steken in infrastructuur en onderwijs. Een meer indirecte aanpak is het stimuleren van de bedrijfsinvesteringen.

Daarnaast zou de koopkracht van Duitse huishoudens met belastingverlagingen een impuls kunnen krijgen.

Groter

Het Nederlandse overschot op de betalingsbalans is verhoudingsgewijs dan het Duitse. In het tweede kwartaal stroomde per saldo 14 miljard euro Nederland uit, wat neerkwam op 9 procent van het bruto nationaal product.

In Nederland verloopt het debat over dit overschot langs dezelfde lijnen als in Duitsland. De eerste reactie is dat het een uiting is van de kracht van de exportsector en dat loonstijgingen zijn uitgesloten.

Maar net als in Duitsland geldt voor Nederland dat de private investeringen relatief laag zijn. Een betaald door het ministerie van Economische Zaken onderzocht vorig jaar naar de achterliggende oorzaak van dit fenomeen.

Een eenduidig antwoord waarom de bedrijfsinvesteringen stagneren kwam hier niet uit en de economen waagden zich ook niet aan aanbevelingen.

Maar het ligt voor de hand dat ook de Nederlandse overheid zich afvraagt of de private investeringen op een of andere manier een impuls kunnen krijgen.