VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Symptoom-bestrijding niet voldoende om valutapaniek te doven

Lange tijd waren het de centrale bankiers uit Europa en de Verenigde Staten die de aandacht trekken. Inmiddels zijn het hun collega's in opkomende markten die de trukendoos open trekken om de eigen munt overeind te houden. Gaat dat lukken?

Voor even zijn het niet alleen Ben Bernanke, Mario Draghi en Janet Yellen die als centrale bankiers de belangstelling van de markten opeisen.

Hun collega's Aldemir Bendine, Gill Marcus en Erdem Başçı krijgen meer aandacht dan ze lief is.

De centrale bankbazen van Brazilië, Zuid-Afrika en Turkije zetten zich schrap om hun nationale munt te steunen in moeilijke tijden.

Wat is de aanleiding, waar liggen de oorzaken en werken de oplossingen?

De aanleiding
De glijvlucht van munten uit landen als Turkije, Brazilië, Indonesië en India ten opzichte van euro en dollar is een thema dat al langer speelt.

De Amerikaanse bank Morgan Stanley wees in een rapport uit augustus 2013 op de kwetsbaarheden van de valuta's uit Brazilië, Indonesië, India, Zuid-Afrika en Turkije en schaart deze onder de groep ‘de fragiele vijf'.

Die fragiele positie van genoemde wordt juist nu zichtbaar door besluiten van de Amerikaanse Fed. Het besluit in de Verenigde Staten om stimuleringsmaatregelen langzaam af te bouwen werkt als een stofzuiger op kapitaal in opkomende landen.

Vorig jaar mei hintte scheidend Fed-voorzitter Ben Bernanke dat hij de maandelijkse steunaankopen van staats- en hypotheekobligaties zou gaan afbouwen. Dit vooruitzicht deed internationale beleggers terugkeren naar de thuismarkt, waardoor koersen in opkomende markten daalden.

Bernanke zette zijn woorden om in daden en schroefde de steunaankopen terug. Zijn opvolger Janet Yellen zet dat beleid nu door.

Bestrijding
De verkoopgolf van beleggingen in opkomende markten zette neerwaartse druk op de internationale muntwaarde.

Voor verschillende opkomende markten is de maat vol en trekken de trukendoos open om een verdere daling te voorkomen.

1. Rentewapen
Een veel gebruikt middel is de rente. Een hogere rente kan beleggers verleiden om geld in een andere munt aan het werk te zetten, niet alleen omdat zij kansen zien in het land in kwestie, ook wegens een gebrek aan alternatieven op de thuismarkt.

Brazilië heeft deze methode meermalen gebruikt om de hoge inflatie te temperen en de real zijn glans terug te geven.

Ook de centrale banken van India en Zuid-Afrika verhoogden deze week de rente zij het minder drastisch dan in Turkije. Daar besloot de centrale bank na een noodvergadering tot een majeure renteverhoging. De munt sterkte in een eerste reactie aan, viel toen terug en steeg vervolgens weer. De actie lijkt dus effect te hebben. Voor even dan.

2. Portemonnee trekken
Een nadere mogelijkheid is om valutareserves in te zetten om het overtollig aanbod van de de eigen munt, de real, te absorberen. Ook deze methode is in Brazilië gebruikt.

3. Poorten dicht
Als uiterste redmiddel kunnen landen kapitaalrestricties opleggen zodat buitenlandse beleggers hun geld niet kunnen wegtrekken. Het is doorgaans een maatregel die het vertrouwen van financiële markten volledig kan ondermijnen en daarmee desastreus uitpakken.

Nadeel
Het blijft de vraag of centrale bankiers bij machte zijn om vertrouwen in de nationale munt te herstellen. Een hoge inflatie betekent koopkrachtverlies. Dat is de kop in te drukken met een hogere rente.

Maar dezelfde renteverhoging kan op korte termijn leiden tot economische pijn. Het is deze redenering die economen vaak aangrijpen om te concluderen dat renteverhogingen niet altijd hoeven te leiden tot terugkerend vertrouwen. Dat geldt met name wanneer het een paniekreactie betreft.

Datzelfde gaat op voor het inzetten van valutareserves om de internationale muntwaarde op te vangen. In dat geval koopt de centrale bank de eigen munt in en verkoopt andere valuta's. Probleem is dat deze reserves eindig zijn, een gegeven dat ook bekend is bij marktpartijen.

Beleggingswebsite Zerohedge stelt op basis van gegevens van het IMF en Bank of America dat Turkije, Zuid Afrika, India, en Indonesië, ofwel vier van de ‘fragiele vijf' .

De verhouding tussen valutareserves ten opzichte van de kortlopende externe schulden is daar debet aan.

Oorzaken bestrijden
Zelfs in het beste geval, wanneer monetaire autoriteiten rust kunnen brengen op de valutamarkt, is dat nog geen reden om onderliggende problemen op zijn beloop te laten.

Zo kampen Zuid-Afrika, Turkije, India, Indonesië en Brazilië met een tekort op de lopende rekening, dat is ontstaan door meer te importeren dan te exporteren. En dat ondanks een waardedaling van de munt.

Een ander tekort waar deze landen mee te maken hebben, is een begrotingstekort, doordat de overheid meer uitgeeft dan er binnenkomt.

Het zijn deze dubbele tekorten, dus op de begroting en de lopende rekening, die een land afhankelijk maken van buitenlands kapitaal. En dat kan een grille vorm aannemen.

Of het nu gaat om deze tekorten, om een gebrekkige concurrentiekracht of politieke instabiliteit, het zijn deze problemen uit de landen zelf die moeten worden opgelost.

Dat kan de weg vrij maken voor een nieuwe bloeiperiode en de onrust op de valutamarkt temperen. Met of zonder Fed.

LEES MEER:

24 januari 2014