VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Oliefonds investeert steeds minder in obligaties

Het Noorse oliefonds kan de laatste tijd rekenen op veel lof uit Nederland. Behalve dat de Noren een goede bestemming hebben gevonden voor hun oliegelden doen ze nog iets goed: er wordt intensief nagedacht over het beleggingsbeleid.

De afgelopen maanden is in Noorwegen discussie gevoerd over het oliefonds.

Op dit moment mikt het fonds van 800 miljard dollar erop 60 procent van het vermogen in aandelen te steken, 5 procent in vastgoed en de rest in obligaties (35 procent).

Het obligatiedeel is de laatste jaren al kleiner geworden, maar de president van de Noorse centrale bank, Øystein Olsen, wil verder gaan.

Hij denkt dat een percentage van 20 tot 25 procent genoeg is om te dienen als risicobuffer in moeilijke tijden op de financieel markten.

"In de andere beleggingscategorieen, zoals aandelen, krijgen we duidelijk hogere rendementen. We zullen dan meer fluctuaties zien, maar als lange termijn investeerder kunnen we die uitzitten", aldus de centrale bankpresident.

Nederlands pensioengeld
Het is een tamelijk voor de hand liggende stelling. Toch lijkt het voor de grote Nederlandse institutionele investeerders, de pensioenfondsen, geen vanzelfsprekendheid.

Van het totale Nederlandse pensioenvermogen en nog geen 40 procent in ‘echte beleggingen', zoals Olsen het noemt.

Obligaties hebben het de laatste jaren goed gedaan. Dit was te danken aan de extreem lage rentestanden die weer een gevolg waren van het beleid van centrale banken. Nu daar langzaam een eind aan komt lijkt de enige weg voor de rente omhoog te zijn. Dat betekent dat de is.

Het besef van de nadelen van vastrentende waarden is in Noorwegen duidelijk ingedaald en heeft geleid tot een discussie over het beleggingsbeleid van het oliefonds. In Nederland gaat het debat ondertussen vooral over de verdeling van de pensioengelden tussen jong en oud.

Kanttekeningen
Vanuit Nederland wordt met enige jaloezie gekeken naar het Noorse oliefonds nu langzaam het besef indaalt dat een groot deel van de Nederlandse natuurlijke rijkdom is ‘verjubeld'.

Had Nederland een gasfonds opgericht, dan had daar nu al zeker een half biljoen euro in gezeten, klinkt het.

Bij de gedachte dat het geld is weggegooid vallen wel wat kanttekeningen te plaatsen. Het is bijvoorbeeld ook goed te verdedigen dat een deel van de aardgasbaten in de vorm van ambtenarenpensioenen en fiscale voordelen voor pensioensparen in de pensioenfondsen is gestroomd.

Toch valt er te leren van de Noorse beleggingsaanpak. Overigens is de les dat het de lange termijnbelegger verder moet kijken dan obligaties belangrijk voor elke investeerder, institutioneel of particulier.