VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Wil de echte beleggingsadviseur opstaan?

Een onderzoek met schokkende conclusies. Tweederde van de beleggingsadviezen deugt niet. Tijd voor de minderheid van goede adviseurs om de openbaarheid te zoeken.

Het zal je maar gebeuren. Je bent adviseur in beleggingen en doet er alles aan om je klanten zo goed mogelijk te adviseren.

Je doet je best om te onderzoeken wat de klant uiteindelijk wil en welk risico hij bereid is te lopen.

Vervolgens adviseer je hem of haar over beleggingsproducten die passen bij die behoeften.

Je let daarbij sterk op de kosten van die producten, want kosten zijn een belangrijke factor in het uiteindelijke rendement.

Voor jou is het een vanzelfsprekende manier van werken en de enige die kan helpen om het vertrouwen van mensen in de financiële sector terug te krijgen na jaren vol crises en schandalen.

En dan verschijnt ineens een rapport van toezichthouder AFM waaruit blijkt dat het merendeel van je collega's dat anders ziet en in ieder geval doet. Is het dan geen tijd om je openlijk te distantiëren van de degene die er een potje van maken?

Rendement
Eerst nog maar eens de schokkende conclusies van het onlangs gepubliceerde bij 13 instellingen. Twee derde van de beleggingsadviezen blijkt onder de maat.

Banken en andere beleggingsadviseurs kijken meer naar rendement dan naar de risico's. Bovendien hebben adviseurs vaak geen goed beeld van de klant waar ze voor beleggen.

"Bij de selectie van beleggingen ligt vaak de nadruk op het te behalen rendement, terwijl dat door risico en kosten behoorlijk onderuit kan worden gehaald. Dat wordt er dan niet bij verteld en kan resulteren in een portefeuille die niet past bij de klant", aldus Tim Mortelmans van de AFM in De .

De VEB merkt dagelijks dat adviseurs daarbij ook goed naar het eigen rendement kijken. Veel beleggers worden huisproducten van de bank geadviseerd. Hierop verdient de bank extra veel. 

Namen en rugnummers

De AFM noemt geen namen van de onderzochte en falende partijen, maar houdt wel in de gaten of zij de noodzakelijke verbeteringen doorvoeren. Voorlopig lopen beleggers dus extra en onnodig risico: ze kunnen slechte, niet passende adviezen krijgen.

Voor de goed functionerende adviseur, die wel denkt in het belang van de klant, zit er eigenlijk maar één ding op: duidelijk maken dat ze een positieve uitzondering zijn in de sector.

Dat kan bijvoorbeeld door de beoordeling openbaar te maken die ze van toezichthouder AFM hebben gekregen.