VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

ECB waagt zich (nog) niet aan uniek beleid

De ECB zou de economie van Europa aan moeten jagen volgens onder meer het IMF. President Mario Draghi ondernam echter geen actie en vertrouwt voorlopig op zijn communicatieve vaardigheden.

De druk op de Europese Centrale Bank (ECB) verdere stimulerende actie te ondernemen houdt vooral verband met de steeds geringere inflatie in het eurogebied. Ook de matige groei en hoge werkloosheid zijn zorgelijk.

Afgelopen november verlaagde de ECB voor het laatst het rentetarief tot het historische niveau van een kwart procent. Goede kans dat Draghi zich hierbij liet leiden door de lage inflatie van destijds 0,7 procent.

Deflatie-angst werd recent verder aangejaagd door het cijfer over de maand maart. Daaruit bleek de inflatie nog slechts een half procent te bedragen. Komt dit cijfer onder de nul dan dalen de prijzen en is er sprake van deflatie.

Nu woorden, straks wellicht daden
Draghi doet echter niets, maar zet wel de deur open voor nadere stappen. Sinds zijn memorabele woorden in de zomer van 2012 alles te zullen doen wat nodig is de euro te redden, voelt de ECB-voorman de betoverende kracht van zijn woorden.

Volgens Draghi bestaat er binnen het ECB-bestuur unanimiteit om indien nodig onconventionele maatregelen in te zetten die binnen het mandaat vallen om de lage inflatie aan te vallen en de Europese economie een duw te geven.

Daar zou volgens de Italiaan ook kwantitatieve verruiming onder vallen, het opkopen van schuldtitels zonder deze in de markt te steriliseren.

Deze vorm is overigens nog niet besproken aan de vergadertafel van de Europese centrale bankiers.

Draghi weet dan ook nog niet hoe een en ander vorm zou moeten krijgen. Het Europese hof zal mogelijke steunmaatregelen bestuderen, en mogelijk de nodige beperkingen opleggen.

Een eerste tussenvorm zou zijn de sterilisatie van het inmiddels afgesloten opkoopprogramma van schuld van Europese probleemlanden op de piek van de eurocrisis terug te draaien. Banken moeten nu nog iedere week 175 miljard euro storten bij de ECB.

Ook deze actie bleef voorlopig uit, evenals het voeren van een negatieve depositorente om banken te ontmoedigen geld te stallen bij de centrale bank.

Deflatierisico nog beperkt
Vooralsnog acht de centrale bank het risico op deflatie gering. De ECB staat hierin niet alleen, economen wijzen er al langer op dat de prijzen slechts in een beperkt aantal landen onder druk staan.

Ook zou slechts ongeveer een vijfde van de prijzen in het samengestelde consumentenmandje dat bepaald of de prijzen dalen of stijgen, een dalende tendens vertonen.

Daar komt bij dat de lage inflatie voor een belangrijk deel kan worden toegeschreven aan beweeglijke grootheden als grondstoffen, voeding en energie, terwijl ook de sterke euro een bijdrage levert.

Centrale banken kijken vooral naar inflatieverwachtingen die spelen in de markt en waarop bedrijven en consumenten hun gedrag bepalen.

Draghi laat weten dat hoe langer de inflatie laag blijft dit een groter neerwaarts effect heeft op de inflatieverwachtingen.

Daarmee geeft hij impliciet aan dat er niet veel tijd is om pas op de plaats te maken indien de ’tijdelijke’ factoren de inflatie onder druk houden.

Met het besluit voorlopig niets te doen, trotseert de ECB de druk van buitenaf, waaronder het IMF, het gaspedaal dieper in te trappen.

Draghi en de zijnen houden daarmee niet alleen hun munitie op zak, het legt evenmin de eigen onafhankelijkheid in de waagschaal.