VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Zeven indicatoren die moeten helpen om beurs-top te herkennen

De Amerikaanse economie is gekrompen in het eerste kwartaal, maar de beurzen bereikten juist nieuwe records. Beursspecialisten zoeken dan ook naarstig aanwijzingen die wijzen op mogelijke topvorming. Een kijkje in de keuken.

Sinds de kredietcrisis zijn de Amerikaanse beursindices aan een ongekende opmars bezig.

Zo is de brede S&P 500 in de afgelopen vijf jaar ruimschoots verdubbeld.

Dit jaar verloopt het allemaal wat moeizamer. Bedrijfswinsten zijn niet onverdeeld positief en de Amerikaanse economie vertoont regelmatig haperingen.

Pas deze week bereikten zowel de Dow Jones als de S&P 500 als de Nasdaq op dezelfde dag de hoogste jaarstand. Velen voorzien dan ook een correctie.

Naar welke indicatoren kijken de beursspecialisten om het een keer bij het juiste eind te hebben. De Amerikaanse beleggingssite maakte een rondje langs de velden.

1) Prestaties smallcaps
De koersprestaties van kleinere fondsen worden vaak als indicator gezien voor de bredere Amerikaanse beurs.
Maar van de recente koerscorrectie van smallcaps lijken de markten zich toch weinig aan te trekken. Het wordt eerder gezien als een overtrokken reactie en dus zelfs positief voor de brede markt.

De Russell 2000 index doorbrak recent weer zijn 200-daags voortschrijdend gemiddelde in opwaartse richting.
De marktbrede Morgan Stanley Cyclical Index en de Dow Jones Transportation Average index zitten nog altijd in een uptrend.

2) 10 jaar voortschrijdend rendement
De S&P 500 heeft over de afgelopen tien jaar een spurt gemaakt van 64,8 procent. Dat lijkt veel, maar het gemiddelde tienjaars-rendement van deze index bedraagt sinds 1937 103 procent. Uit dat oogpunt is er nog wel ruimte omhoog.

3) Inverse yieldcurve
In de afgelopen 50 jaar heeft een inverse yieldcurve, waarbij de korte rente hoger is dan de lange rente, veelvuldig een correctie op de aandelenbeurs ingeluid.

Voor een inverse yieldcurve zou de Fed de rente met wel 300 basispunten moeten verhogen en dat lijkt volgens de kenners pas realistisch vanaf 2017.

4) Goud versus aandelen
De goudprijs kent vaak een negatieve correlatie met aandelenkoersen. In slechte tijden vluchten beleggers in het edelmetaal en vice versa. Deze relatie geldt echter lang niet altijd. Tussen 2009 en 2012 stegen zowel goud als aandelen.

De laatste anderhalf jaar bewegen beide weer in tegengestelde richting. De zoektocht naar rendement drijft beleggers in aandelen. De laatste maanden bewegen beide wat op en neer. Specialisten geven vanuit een langere termijn perspectief dan ook nu de voorkeur aan aandelen.

5) VIX en technische analyse
De volatiliteitsindex VIX, ook wel de angstgraadmeter genoemd, beweegt op een zeer laag niveau.

Optimisten zien dat als een signaal dat de beurzen rustig verder kunnen stijgen, terwijl de zwartkijkers dit juist als stilte voor de storm ervaren.

Het feit dat de S&P 500 deze week nieuwe records neerzette bij de laagste handelsvolumes van het jaar maakt technische analisten echter waakzaam.

Voor een echte ‘sell-off' zou echter sprake moeten zijn van twee gelijktijdige onverwachte negatieve gebeurtenissen, een ‘double whammy'.
6) Nikkei als voorloper
De Japanse Nikkei verloor dit jaar circa 10 procent, heeft wat teruggewonnen, maar zit volgens technische analisten dicht tegen belangrijke steunniveaus aan.

Zakt de index daar doorheen dan is een verder verval waarschijnlijk en zou een vergelijkbaar patroon als in 2007 worden gevolgd. De rest van de wereld volgde vervolgens de weg omlaag.

7) Einde Fed-stimulering
Zodra de Fed zijn kwantitatieve verruimingsprogramma volledig heeft afgebouwd zou dat tot een correctie van de S&P 500 met 15-20 procent kunnen leiden.

Beurzen reageerden immers ook negatief bij de afloop van de eerdere twee verruimingsprogramma's: -16 procent bij eind QE 1 maart 2010; -19 procent eind QE 2 juni 2011.

Het is mede het ruime beleid van de Fed dat de aandelenkoersen tot deze ongekende hoogten hebben gedreven.

De Amerikaanse economie staat er nu wel sterker voor dan bij de beëindiging van de eerdere QE-programma's, maar bijvoorbeeld de recordhoge winstmarges van bedrijven lijkt weinig opwaarts potentieel te bieden.