VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Schulden Nederlandse beursfondsen hoger dan voor de crisis

De crisis heeft hardhandig duidelijk gemaakt hoe kwetsbaar bedrijven met hoge schulden kunnen zijn. Toch blijken Nederlandse beursfondsen nu hogere schulden te hebben dan voor de financiële paniek van 2008.

Er leek economisch nauwelijks een vuiltje aan de lucht toen TomTom, Heijmans en buizenmaker Wavin zich in 2007 in de schulden staken. Ze hebben het geweten.

De koersen van deze beursfondsen stortte op het dieptepunt van de crisis in elkaar.

Schulden afbouwen was na de crisis dan ook het devies. Op die manier zouden bedrijven stootvaster moeten zijn in slechte tijden.

Wij onderzochten de situatie bij 35 Nederlandse beursfondsen. Conclusie: de schulden zijn nu juist hoger dan een krappe zeven jaar geleden.

Waar schulden in 2007 nog op 25,3 miljard euro stonden, bleken deze eind 2013 met 115 procent te zijn opgelopen tot 54,4 miljard.

Een paar grote jongens
Bij 23 van de 35 ondernemingen is de nettoschuld opgelopen, maar het grootste deel van de schuldengroei komt voor rekening van een handjevol bedrijven.

Zo had AkzoNobel eind 2007 liefst 8 miljard euro in de bedrijfskas (na aftrek van schulden), dankzij de verkoop van farmacie-onderdeel Organon.

In 2013 is de cashpositie omgeslagen in een netto-schuld van 1,5 miljard euro, door de dure overname van verfconcern ICI, dividenbetalingen aan beleggers en hoge investeringen.

Ook Heineken, Philips en Reed Elsevier zagen hun schuldpositie in zes jaar oplopen met respectievelijk 9,1 , 6,6, en 2,9 miljard euro.

Schuldafbouwers waren er ook. ASML (1,9 miljard euro) en Ahold (600 miljoen euro) hadden eind 2013 zelfs meer cash dan schulden op de balans vanwege een sterke kasstroom in de laatste jaren.

Verdiencapaciteit
Een hoge schuld hoeft niet per definitie problematisch te zijn. Als een bedrijf kredieten om investeren of overnames te plegen kan de verdiencapaciteit van een onderneming verbeteren.

De meeste gebruikte maatstaf voor de verdiencapaciteit door beleggers is het ebitda-resultaat, oftewel de winst voor belasting, rente en afschrijvingen.

Uit de analyse van de 35 onderzochte bedrijven blijkt dat het bedrijfsresultaat in de laatste 6 jaar wel groeide, maar dat deze groei de toename in schulden bij lange na niet kon bijbenen.




Het bedrijfsresultaat van de geselecteerde ondernemingen groeide met een schamele 2,7 procent tot 36,8 miljard euro. De zogeheten netto-schuld-ebitda-ratio - hoe vaak gaat de ebitda in de nettoschuld? - verslechterde van 0,7 in 2007 tot 1,5 eind vorig jaar.

Ultra-lage rente

De belangrijkste oorzaak voor de zwaardere schuldenlast van Nederlandse beursfondsen is te vinden in Duitsland, in Frankfurt om precies te zijn waar de Europese Centrale Bank zetelt.


Door het ruime monetaire beleid van de ECB heeft de rente (en risico-opslag) een historisch dieptepunt bereikt, waardoor lenen buitengewoon goedkoop is.

Goedkoop lenen zal voorlopig de norm zijn.

De consensus onder economen is dat de Europese Centrale Bank de rente laag zal houden en mogelijk zelfs onorthodoxe maatregelen neemt om dalende prijzen te voorkomen.

En dat doet denken aan de situatie in 2007, het jaar voordat de kredietbubbel definitief knapte.

Achteraf gaven economen de lage rente de schuld voor het ontstaan van bubbels.

Dat de rente sinds 2007 alleen maar verder is gedaald maakt sommige beleggers onrustig.

 Ook Shell fors in het rood
-Shell is niet in de vergelijking meegenomen omdat het vanwege zijn omvang de resultaten uit het lood zou trekken.

-De schuld van Shell alleen is afgelopen jaar met bijna 17 miljard euro. Ter vergelijking de toename van schulden van de onderzochte 35 bedrijven bedraagt ongeveer dertig miljard.

-Om dezelfde reden is ook ArcellorMittal uit de vergelijking weggelaten (heeft de schuldpositie fors verlaagd.

-Vastgoedbedrijven en financiële instellingen zijn buiten de vergelijking gehouden omdat zij op een andere manier met schuld omgaan dan ‘normale bedrijven.