VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Vier zaken om op te letten bij parelduiken in duurzame energie

De omschakeling naar duurzame energiewinning is voor beleggers een proces vergelijkbaar met de opkomst van internet. Er komt iets groots op je af, maar het is de vraag hoe het eruit ziet. Wat kenmerkt kansrijke beleggingen in de sector?

Oliemaatschappijen zitten in hetzelfde schuitje als ooit de makers van stoomtreinen, buizenradio's, gloeilampen of fotorolletjes. Ze zullen moeten overschakelen op nieuwe technieken of ze worden het volgende Eastman Kodak.

Dat de wereld overschakelt op duurzame energie mag voor geen enkele belegger een verrassing meer zijn, de vraag is nu vooral wanneer en hoe. Want daarover lopen de meningen sterk uiteen.

Beleggers willen vooral weten welke bedrijven (en hun aandelen) als winnaar uit de bus gaan komen. Iedereen is op zoek naar het Google, Apple of Amazon van de duurzame energie.

Maar beleggers moeten niet vergeten dat er een jaar vijftien geleden, tijdens de internethype, voor iedere Amazon honderden bedrijven waren die vaak net zo veelbelovend leken maar die nu gewoon failliet zijn.

Het is als parelduiken: de meeste oesters zijn leeg.

Superbelegger Warren Buffett, bekend om zijn risicomijdende beleggingsmethodiek, weet dat als geen ander..

Op dit moment bezit Buffett's investeringsmaatschappij Berkshire Hathaway windmolens in Iowa en Wyoming en zonneparken in Arizona en Californië, waaronder het grootste zonneproject ter wereld.

Beleggers zijn benieuwd waar Buffetts volgende miljarden heen zullen stromen. Als het beursgenoteerde bedrijven zijn kunnen die aandelen sterk profiteren, want Warren Buffett na-apen is een strategie die in het verleden geen windeieren opleverde.

Hieronder vier tips waarmee u mogelijk zelfs Buffett te slim af bent.

1. Meerdere ijzers in het vuur
Wat wordt straks de dominante energiebron? Zon, wind, biomassa, waterstof of nog iets heel anders? En binnen die energiebron: wat wordt de dominante technologie?

Je hebt zonnecellen van silicium en je hebt dunne-film zonnecellen die goedkoper zijn maar (op dit moment) minder energie opleveren.

Maar er is ook een techniek waarmee met behulp van spiegels een stoomturbine wordt verhit of in een ‘zonnetoren' een opwaartse windstroom wordt opgewekt die turbines aandrijft.

Spreid de beleggingen in duurzame energiebedrijven over verschillende energiebronnen en binnen die bronnen over verschillende technieken.

2. Ga voor de marktleiders
Binnen elke subsector heb je een bedrijf dat voorop loopt in technologie. Vaak is dat ook de marktleider: het bedrijf met de meest geavanceerde techniek is als eerste in beeld bij de ‘early adaptors' onder bedrijven en overheden.

Dat zijn vaak ook de klanten die bereid zijn een goede prijs te betalen om voorop te lopen in duurzaamheid.

3. Kijk (nu al) naar de winstgevendheid
Veel bedrijven in duurzame energie bevinden zich in de opstartfase en zijn daarom nog verliesgevend. Er moet worden geïnvesteerd in de techniek en de productiefaciliteiten, kosten voor onderzoek en ontwikkeling zijn hoog en omzetten laag.

Toch zijn er verschillende bedrijven, en dit zijn ook vaak weer de marktleiders, die al winst maken of op het punt staan dat te gaan doen.

Selecteer bij voorkeur bedrijven die operationeel al winstgevend zijn. De omzetgroei doet dan, als het goed is, de rest.

4. De balans
Structureel verlieslatende bedrijven krijgen op een gegeven moment onvermijdelijk problemen met de solvabiliteit, het eigen vermogen ten opzichte van het balanstotaal.

Verliezen hollen het eigen vermogen uit en als het bedrijf bankschulden heeft zal de bank eisen dat er nieuwe aandelen worden uitgegeven om de balans te versterken. Vaak worden op deze manier langdurig verliezen gedempt met regelmatig terugkerende aandelenemissies.

Het management verliest dan te veel tijd en energie aan de financiële markten, tijd die beter in het bedrijf kan worden gestoken.

Ga daarom voor bedrijven met een sterke balans en een zo klein mogelijke schuld, of zelfs een netto kaspositie. Daar heeft het management vermoedelijk minder kopzorgen.