VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Winnen met de winnaars op Europese aandelenbeurzen

Aandelen die goed presteren op de beurs blijven vaak nog even doorstijgen. Momentumbeleggers proberen hier van te profiteren. Lukt ze dat?

De Amerikaanse indices breken record na record. De meeste beleggers beginnen langzaam huiverig te worden voor de steeds hogere waardering van aandelen.

Op fundamentele gronden lijkt er steeds minder reden om in Amerikaanse aandelen te stappen.

Richard Driehaus baseert zijn aankoopbeslissing op een andere basis en zou juist wel eens enthousiast kunnen worden van de bonanza op aandelenbeurzen.

Hij is oprichter van een naar hem vernoemde vermogensbeheerder met ongeveer 10 miljard dollar aan beleggingsgeld onder beheer.

In plaats van het ‘koop laag en verkoop hoog‘-principe ontdekte de inmiddels 72-jarige Amerikaan al jaren geleden dat “je veel meer geld verdient door flink gestegen aandelen te kopen en die nog duurder te verkopen”.

Driehaus wordt gezien als de vader van het zogeheten momentumbeleggen. Het eerste onderzoek naar deze strategie, die ook door het leven gaat als ‘mooi-weer-beleggen’, stamt uit 1993 en is door de economen Jegadeesh en Titman uitgevoerd.

Zij analyseerden de prestaties van een grote selectie Amerikaanse aandelen tussen 1965 en 1985 en concludeerden dat een mandje van sterk presterende Amerikaanse aandelen in een bepaald jaar ook in de daarop volgende twaalf maanden in waarde bleef toenemen.

Omgekeerd bleef bij slecht presterende aandelen de trend negatief. Het verschil in rendement tussen –bij aankoop- goede en slecht presterende aandelen bleek een jaar later maar liefst 12 procent.

Analyse
Werkt de strategie vandaag nog steeds op Europese aandelen?

We onderzochten het momentumeffect van de aandelen in de Euro Stoxx 600 index in het laatste decennium en de strategie lijkt inderdaad nog steeds te werken.

Het mandje met winnaars (de beste presteerders in het voorgaande jaar) deed het met een rendement van rond de 11 procent per jaar aanzienlijk beter dan de verliezers (slechtste koersrendementen in het voorgaane jaar) die ongeveer 5 procent rendement per jaar opleverden.

De winnaars deden het ook beter dan de hele index die over die periode een jaarlijks rendement van 8,3 procent boekte.

Tegenover het rendement staat wel meer risico, gemeten naar koersschommelingen van de aandelen in het mandje.

Het mandje met winnaars heeft met een standaarddeviatie van 15,3 procent een iets hogere bewegelijkheid dan de brede index (14,6 procent).

Psyche
De meest genoemde reden voor het verschijnsel is van psychologische aard. Beleggers zouden de neiging hebben vast te houden aan oude denkbeelden over een aandeel. Als de kwartaalcijfers positief verrassen hebben zij tijd nodig dit nieuws volledig te verwerken en tot uitdrukking te laten komen in de beurskoers.

Kort gezegd zullen beleggers pas aandelen (bij)kopen als de cijfers in de volgende kwartalen sterk blijven, waardoor een positieve trend ontstaat.

Groepsgedrag kan dit koerseffect verder versterken. Als er een hype ontstaat wil iedere belegger profiteren waardoor het aandeel verder stijgt. Dit lijkt nu bijvoorbeeld  het geval bij social media-bedrijven waarvan de aandelen gestaag blijven stijgen.

Omgekeerd blijven slecht presterende aandelen vaak verder dalen. Als bedrijven in de hoek zitten waar de klappen vallen – geholpen door analisten en journalisten die meer pijnpunten vinden en hier over schrijven - is het dringen bij de uitgang. Hierdoor kan het een tijd duren voor een aandeel een koersbodem bereikt.

Managers van beleggingsfondsen zorgen vaak voor versterking van de koersreactie. Over het algemeen stroomt vers geld naar goed presterende beleggingsfondsen dat weer in de winnende aandelen wordt gestoken. Beleggingsfondsen die matig presteren moeten juist stukken verkopen omdat zij met stevige uitstroom te maken hebben.

Risico’s
Als een aandeel te ver naar boven of beneden doorschiet, vindt uiteindelijk een correctie plaats.  Critici zien dit als grootste gevaar van de momentumstrategie: een belegger gokt er feitelijk op dat de massa blijft overdrijven.

Volgens kritische economen is het superieure rendement van een momentumstrategie te verklaren door het hogere risico dat een belegger loopt.

Als het sentiment op de beurs goed is, bewijst de strategie zijn waarde omdat voornamelijk in aandelen met hoge bewegelijkheid belegd wordt die dan goed presteren.  Maar als het sentiment omslaat, zijn dit de aandelen die het hardst onderuit gaan. Zo deed de momentumstrategie het erg slecht in het crisisjaar 2008.

Ook lekt een deel van het rendement weg in de vorm van transactiekosten die aardig oplopen omdat er veel gehandeld moet worden.