VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Beursgang Probiodrug: 5 valkuilen van de biotechsector

Met het Duitse Probiodrug komt er weer eens een biotechbedrijf naar de Amsterdamse beurs. Maar voor beleggers is het oppassen geblazen: biotech en het Damrak zijn tot nu toe geen gelukkige combinatie.

specialiseert zich in nieuwe therapieën voor Alzheimer. Het bedrijf heeft drie potentiële behandelingen in ontwikkeling. Voor het verst gevorderde product begint het bedrijf nu met het testen van de werking in patiënten.

Op zich is dit goed nieuws voor het Damrak. De afgelopen jaren is het biotech-hoekje op de Amsterdamse beurs namelijk leeggelopen. Crucell, het vlaggenschap van de Nederlandse biotech, werd in 2012 opgeslokt door de Amerikaanse farmaceut Johnson & Johnson.

AMT, Octoplus en Fornix werden overgenomen. MDxHealth beëindigde de notering in Amsterdam. Cryo-Save kreeg een tweede notering in Parijs wat wel eens een voorbode van een verhuizing zou kunnen zijn.

Wie bij de beursgang van al deze bedrijven is ingestapt, heeft echter vooral een reeks met teleurstellingen aan elkaar geregen.

Nu er weer een nieuwe biotechnaam naar de beurs komt is het daarom goed om even stil te staan bij de risico's.

De vijf grootste valkuilen van beursgenoteerde biotechbedrijven voor de belegger:

1. Verwatering
Biotechbedrijven met een beursnotering zijn in een ding heel goed: het uitgeven van nieuwe aandelen. Ze hebben kapitaal nodig om de investeringen te doen en dit gebeurt vaak door de uitgifte van aandelen of converteerbare leningen aan investeringsfondsen.

Het gevolg voor kleine beleggers, die aan het begin instappen, is dat zij ervan uit kunnen gaan dat hun belang zal verwateren. Op zich is dat niet erg als er waarde wordt gecreëerd met het nieuwe kapitaal, maar in de praktijk leidt het ook altijd tot een verlies aan invloed.

2. Beperkte waardecreatie
Het komt niet vaak voor dat er waarde wordt gecreëerd in de biotech. Het merendeel van het peperdure onderzoek leidt niet tot producten die op de markt komen.

Van de beurswaarde van Octoplus bij beursgang, was bij de beursexit nog ongeveer een derde over. AMT werd door een overname behoed voor een faillissement. Van de oorspronkelijke beurswaarde was vrijwel niets over.

3. Ook een klapper is nooit echt een klapper
Uiteraard zijn er ook succesverhalen. Crucell werd ruim drie keer zoveel waard in het decennium tussen beursintroductie en overname.

Door de eerder genoemde verwatering profiteerden aandeelhouders echter maar op beperkte schaal mee. Wie aan het begin was ingestapt en was blijven zitten kon aan het eind van de rit een plus van ruim een derde intekenen.

4. Een exit op het dieptepunt ligt altijd op de loer
De onvermijdelijke tegenvallers in de medicijnontwikkeling leiden vaak tot financiële problemen. Op dat moment is er vaak een overnemende partij als de kippen bij om de de reddende engel te spelen.

Voor aandeelhouders betekent het echter wel dat ze worden gedwongen om hun verlies te pakken. Er is geen mogelijkheid meer om uit het dal te komen.

5. Verhuizing naar een andere beurs ook
Veel biotechbedrijven hebben meerdere noteringen aan verschillende markten. Er kan dus ook opeens worden besloten om te vertrekken uit Amsterdam en dan zit een belegger opeens met een aandeel dat alleen is genoteerd in Brussel of Parijs.

Cryo-Save kwam bijvoorbeeld uit Londen naar Amsterdam, maar lijkt nu af te stevenen op een verhuizing naar Parijs. Het is geen ramp, maar wel vervelend voor wie graag dicht bij huis blijft.