VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Gaat Mario Draghi opnieuw positief verrassen?

De ECB staat aan de vooravod van een historische stap richting kwantitatieve verruiming. Het gaat nu vooral om de vorm, want de valkuilen zijn groot voor de eurozone.

ECB president Mario Draghi zinspeelt er eigenlijk al jaren op, een Europese variant van kwantitatieve verruiming, oftewel de opkoop van staatsleningen zonder tegengestelde steriliserende maatregelen.

Wat in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Japan al veel langer gemeengoed is bleek voor de ECB echter een lastig te nemen horde, met vooral Duitsland als grote tegenstander.

Met de toestemming van het Europese Hof van Justitie in de achterzak kunnen Draghi en de zijnen aan de slag, want een weg terug lijkt er niet te zijn. De economie van het eurogebied is niet vooruit te branden en inmiddels is daadwerkelijk sprake van deflatie, wat Draghi gezworen heeft te bezweren.

Eenvoudig zal het echter niet zijn. Europa is geen Verenigde Staten, waar sprake is van één grote kapitaalmarkt. Draghi zal goed moeten manoeuvreren om zijn doel te bereiken en de financiële markten gerust te stellen.

Varianten
Zo maar lukraak staatsobligaties van afzonderlijke landen opkopen stuit op te veel bezwaren, ook binnen de afzonderlijke ECB-leden.

Wanbetaling zou via verliezen bij de ECB tot een herverdeling van schuld leiden en daar wil men niet aan.
Eventueel zou de ECB staatsleningen kunnen aankopen naar rato van de afzonderlijke kapitaalkracht van landen, maar dat is nogal lastig vast te stellen.

Een tussenweg zou zijn dat de nationale centrale banken staatsleningen van hun eigen land opkopen. Landen staan dan niet garant voor elkaar, wat als grote nadeel heeft dat dit de verschillen in de eurozone kan vergroten.

De ECB zou dan een verkeerd signaal geven aangaande de noodzakelijke verdere integratie tussen de afzonderlijke lidstaten.

Een variant die veel genoemd wordt is dat de ECB alleen staatsleningen opkoopt van de sterkste landen zoals Duitsland en Nederland. De Europese periferie ziet dat uiteraard niet zitten. Ook zij willen immers meeprofiteren van een lagere rentestand. 

Groot nadeel van deze variant is ook dat banken en pensioenfondsen dan veel minder verplicht kunnen worden in Triple A papier te beleggen en zij gedwongen worden risicovollere alternatieven op te zoeken. Dat komt de stabiliteit van het financiële systeem niet ten goede.

Slaagt de ECB missie?
In welke vorm het Europese ‘QE' programma ook gegoten wordt, het blijft ernstig de vraag of het gewenste effect, lees het aanwakkeren van de bestedingen en inflatieverwachtingen, bereikt wordt.

De druk op het algemeen prijsniveau door de dalende olieprijs, de hoge werkloosheid, nieuwe technologieën, toenemende concurrentie door de globalisering, vergrijzing en overcapaciteit is moeilijk te bevechten.

Nout Wellink, oud president van De Nederlandsche Bank , is juist vanwege de structurele druk op de prijzen geen voorstander van QE.

Een ander punt is dat de financiële markten door alle beloften van Draghi al langer vooruit zijn gelopen op een QE programma. Vraag is dus in welke mate dit al in de marktrentes en euro zit verdisconteerd.

Verschillen met VS
De Amerikaanse Fed had uiteindelijk drie QE programma's nodig om de Amerikaanse economie weer aan de praat te krijgen.

Dat lijkt een voorbode voor langjarige monetaire stimulering, terwijl er juist meer werk gemaakt zal moeten worden de afzonderlijke Europese lidstaten te integreren en het eurogebied werkt aan een politieke unie met één kapitaalmarkt.

Dat de Fed uiteindelijk succesvol is geweest heeft ook zeker te maken met het feit dat bovenstaande tekortkomingen in de Verenigde Staten niet aan de orde zijn.

Daarbij heeft de Fed de Amerikaanse beurzen flink opgepompt. Veel Amerikanen beleggen waardoor dit de consumptie heeft aangejaagd. In Europa zal dit effect een stuk minder zijn omdat Europeanen minder actief zijn op de beurs.