Beleggersvereniging VEB heeft een akkoord gesloten met Southeast U.S. Holdings en DIM Vastgoed in de ruim vier en een half jaar durende uitkoopprocedure. De overgebleven DIM-beleggers krijgen USD 8,75 per aandeel.
In 2010 lanceerde het Amerikaanse vastgoedconcern Southeast U.S. Holdings, een dochteronderneming van het Amerikaanse Equity One, een overnamebod op het toen beursgenoteerde DIM Vastgoed.
De prijs die Southeast bood - USD 7,30 per aandeel - was volgens een groep beleggers te laag.
Nu, bijna vijf jaar verder, biedt Southeast deze aandeelhouders USD 8,75 per aandeel. Door verandering in de euro-dollar-koers zou dat een verhoging van de prijs met bijna 45 procent betekenen (ervan uitgaande dat de euro-dollarkoers gelijk blijft aan de euro-dollarkoers van 29 januari 2015).
De Ondernemingskamer zal uiteindelijk vaststellen tegen welke wisselkoers er zal worden uitbetaald.
Door de schikking is een einde gekomen aan een slepend proces waarin minderheidsaandeelhouders lange tijd genoegen moesten nemen met een belegging die nauwelijks verhandelbaar is.
VEB-directeur Paul Koster toont zich dan ook tevreden met de schikking: "Ik ben verheugd dat Southeast en DIM de overgebleven beleggers op deze wijze tegemoet komen."
Goedkeuring
De schikking die een aantal aandeelhouders, waaronder degenen die de VEB vertegenwoordigt, heeft bewerkstelligd is onder voorbehoud van goedkeuring door de Ondernemingskamer conform de schikkingsvoorwaarden. Een van deze voorwaarden is dat de Ondernemingskamer niet (opnieuw) een deskundigenrapport verlangt.
Alle partijen bij de schikking zullen de Ondernemingskamer laten weten dat zij kunnen instemmen met de prijs van USD 8,75 per aandeel.
Voor wie?
Uitsluitend DIM-aandeelhouders die hun aandelen nog in bezit hebben kunnen aanspraak maken op het bod van USD 8,75 per aandeel.
Partijen zullen na de uitspraak van de Ondernemingskamer nadere mededelingen doen over de overdracht van de aandelen.