VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

In 2015 leidde een beurskrach in China tot een correctie in op westerse aandelenmarkten. De eerste handelsweek van 2016 gebeurt hetzelfde in het klein: een scherpe daling in het oosten leidt tot lagere koersen in het westen. Is dit een voorproefje voor het komende beursjaar?

In zekere zin heeft het verloop van de onrust in China wel wat weg van dat van de financiële crisis. In de zomer van 2007 begon het te rommelen op financiële markten. Dat leidde tot enige koersdalingen op de aandelenmarkten, waarna in het najaar sprake was van herstel.

Vervolgens kregen aandelenmarkten in januari weer een klap: de S&P 500 stond die maand op een gegeven moment ruim 13 procent in de min. Er volgden weer een paar maanden herstel waarna de beurzen in de zomer echt onderuit gingen.

Als de situatie in China eenzelfde patroon volgt, dan staat de aandelenmarkten het komend jaar nog wat te wachten. 3 redenen waarom de daling van maandag een incident was en twee redenen waarom ‘China’ toch nog lang niet gestabiliseerd is.


1. Einde van een verkoopverbod

Tijdens de crash vorige zomer stelde de Chinese toezichthouder een verkoopverbod in voor grote aandeelhouders en ingewijden. Dit verkoopverbod moest helpen om de paniek op de markt te stemmen. Op 8 januari verloopt het verbod.

Het lijkt erop dat investeerders maandag een voorschot namen op een mogelijke stortvloed aan verkooporders van grote aandeelhouders die hun stukken van de hand doen zodra ze vrijdag de kans krijgen. Het is goed mogelijk dat deze vrees uiteindelijk ongegrond zal blijken.

 
2. Nieuwe regels voor een handelsstop

De handel in China werd met een verlies van circa 7 procent op de CSI300-index in Sjanghai voor de rest van de dag gestaakt. Eerder op de dag was de handel voor een kwartier gestaakt nadat een min van 5 procent op de borden was gezet.

Deze regels voor het stilleggen van de handel zijn nieuw en hebben mogelijk geleid tot extra verkooporders. Deze zouden zijn gedaan door handelaren die niet met aandelen wilden blijven zitten op het moment dat de handel voortijdig zou worden stilgelegd.

3. Er zijn tekenen van economisch herstel in China

Los van de technische aspecten die maandag lijken te hebben bijgedragen aan de koersval op de Chinese beurs, zijn er signalen dat de economie aantrekt. De inkoopmanagersindex voor bedrijven buiten de productiesector schoot in december bijvoorbeeld omhoog naar het hoogste punt in ruim een jaar.

De geldhoeveelheid in de economie is in oktober en november weer flink toegenomen. Dit wijst erop dat renteverlagingen van de Chinese centrale bank effect hebben en de vraag naar leningen toeneemt. Ook dit wijst op herstel van de economie.

Tegenover deze positieve geluiden is een paar minder positieve signalen te plaatsen.

1. De productiesector draait slecht

Maandag viel de inkoopmanagersindex voor de Chinese productiesector tegen. Voor de tiende maand op rij wees deze index op krimp. Caixin, dat het onderzoek doet, waarschuwde dat er een risico is dat de Chinese economie verder verzwakt door de slechte toestand in de productiesector.


2. Er zijn nog meer economische problemen

Zo is er een groot reservoir aan onverkochte woningen. De Chinese munt ligt onder druk en de valutareserves zijn, hoewel nog gigantisch, in anderhalf jaar met meer dan een half biljoen dollar geslonken. Daarnaast is er steeds meer twijfel over de economische macrocijfers en, belangrijker, de hoeveelheid problematische leningen.