VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Na een scherpe stijging vanaf begin februari hangt de olieprijs nu alweer drie weken rond de 40 dollar. Daarmee komt de speculatie over de volgende etappe omlaag weer op gang. Is dit gerechtvaardigd?

Een waarschuwend rapport van Barclays kreeg begin deze week veel aandacht. De Britse bank stelt dat de rally te ver is doorgeschoten en dat investeerders rekening moeten houden met een terugval.

Op het oog lijkt Barclays gelijk te hebben dat er fundamenteel nog niet zoveel is veranderd als het gaat om de vraag naar en het aanbod van olie. Het Internationaal Energie Agentschap verwacht namelijk dat er in het eerste kwartaal van dit jaar nog 1,6 miljoen vaten meer aanbod dan vraag was. Dat is maar marginaal minder dan de 2 miljoen vaten aanbodoverschot in het vierde kwartaal van 2015.

De afgelopen jaren is er steeds een overschot geweest van 1 tot iets meer dan 2 miljoen vaten per dag. Dat is dus nog niet veranderd. Het IEA verwacht echter wel dat vraag en aanbod dit jaar naar elkaar toe gaan bewegen en sprak daarom begin deze maand van ‘licht aan het einde van de tunnel’.

Hierbij doet het alleen wel een aantal aannames waar wat kanttekeningen bij te plaatsen zijn. Zo gaat het uit van een krimp van de productie in niet-OPEC landen van 750.000 vaten per dag.

Deze afname moet vooral plaatsvinden in de VS waar de lage olieprijs producenten moet dwingen te stoppen met productie van olie met een hoge kostprijs. De Amerikaanse productie is vanaf het hoogste punt met een aantal procenten gedaald, maar het is de vraag of met een afname van het aantal boorinstallaties van 80 procent er nog veel extra capaciteit is om te verdwijnen.

Daarnaast gaat het IEA uit van een groei van de vraag naar olie dit jaar met gemiddeld 1,2 miljoen vaten per dag. In het laatste kwartaal van 2015 was dit het tempo waarin de vraag groeide, maar de IEA twijfelt zelf ook of dit niet een te optimistisch scenario is.

Een blik op de landen waar het grootste deel van de vraaggroei moet plaatsvinden is wat dat betreft instructief. Het gaat dan om India, kleinere Aziatische economieën en het Midden-Oosten.

De opkomende economieën in Azië hebben echter te maken met tegenwind van de renteverhogingen van de Amerikaanse centrale bank en vertraging van de Chinese economie. De Asian Development Bank heeft zijn groeiverwachting voor de regio net verlaagd.

Deze verlaging is in lijn met het bredere beeld van een tegenvallende groei van de wereldeconomie in 2016. Het Internationaal Monetair Fonds zal volgende maand waarschijnlijk zijn groeiraming verlagen. In deze omstandigheden kan de groei van de vraag naar olie eigenlijk alleen maar tegenvallen.

Al met al lijkt de stelling dat er nu al fundamenteel iets is veranderd in de oliemarkt moeilijk houdbaar. Daarvoor zal eerst meer bewijs moeten komen. Als er bewijzen van het tegendeel naar voren komen, dat vraag en aanbod dus nog geen evenwicht vinden, dan is de betekenis voor de olieprijs even voorspelbaar als onvermijdelijk.