VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

De Amsterdamse beurs krijgt er met Coca-Cola European Partners een aantrekkelijke naam bij. Beleggers moeten er echter wel rekening mee houden dat het bedrijf met verse schuld is volgeladen, amper groeit en door de aard van zijn activiteiten lagere marges heeft dan elders in de consumentensector.

De fusie tussen drie Europese Coca-Cola bottelaars werd begin deze week afgerond. Een bottelaar is een bedrijf dat frisdranken in flessen stopt, verkoopt en distribueert. Coca-Cola European Partners, actief in dertien landen, wordt naar omzet de grootste ter wereld.

Deze schaalvergroting heeft wel een aanzienlijke prijs. Een centraal onderdeel van de transactie is namelijk dat aandeelhouders van het in de VS genoteerde Coca-Cola Enterprises, een van de drie fusiebedrijven, een contante uitkering krijgen. Daarmee stroomt ruim 3 miljard euro het concern uit.

Daarnaast krijgen de eigenaren van de Iberische bottelaar een dividend van 100 miljoen euro. Met 193 miljoen aan kosten pikken de banken en andere adviseurs ook nog een graantje mee van deze transactie.

Al deze kosten worden gefinancierd met schuld. Het nieuwe fusiebedrijf heeft 3,2 miljard euro aan verse leningen op de balans. Dit komt bovenop 3,5 miljard euro oude schuld van Coca-Cola Enterprises en ruim 200 miljoen van de andere fusiebedrijven. Na aftrek van contanten resteert een nettoschuld van 6,4 miljard euro.

Hier staat 758 miljoen euro operationele winst voor het fusiebedrijf over 2015 tegenover. Daar moet nog circa een half miljard euro aan afschrijvingen en amortisaties bij om aan de Ebitda te komen, het winstcijfer waar kredietverstrekkers naar kijken.

Maar een Ebitda van circa 1,3 miljard euro op 6,4 miljard euro, een verhouding van bijna vijf, is nogal stevig. Dit moet eind 2017 zijn teruggebracht tot circa drie. Dat betekent dat het komende jaar zowel aan schuldreductie als aan winstverbetering moet worden gewerkt.

Voor wat betreft het laatste wordt flink ingezet op kostenbesparingen. Een adviseur van de bedrijven heeft uitgerekend dat er binnen drie jaar 350 tot 375 miljoen euro aan besparingen te halen is.

Maar waarschijnlijk is er ook winstgroei nodig. Dat is op zichzelf al een uitdaging, aangezien de omzet van de bedrijven het afgelopen jaar terugliep. Daar komt nog bij dat een bottelaar een onderneming drijft met relatief lage winstmarges.

Coca-Cola is een premium merk met bijbehorende premium winstmarges. Deze marges slaan alleen niet neer bij de bottelaar, maar bij de eigenaar van het merk en de formules en dat is The Coca-Cola Company.

Dit bedrijf, ook beursgenoteerd in de VS, had de afgelopen vier kwartalen een netto winstmarge van bijna 18 procent. Coca-Cola Enterprises zat dezelfde periode op circa 8 procent.

De structuur van de samenwerking met The Coca-Cola Company speelt hierbij waarschijnlijk een grote rol. Dit bedrijf levert de siropen en concentraten om zijn frisdranken te kunnen maken.

De prijzen die de Europese bottelaars hiervoor moeten betalen hangen mede af van hun groei. Hoe harder hun afzet groeit, hoe harder de prijzen die The Coca-Cola Company rekent stijgen. Daarmee wordt automatisch een deel van de marge-expansie die hoort bij omzetgroei afgeroomd.

Al met al is het mooi dat de Amsterdamse beurs een bedrijf met een dergelijke naamsbekendheid erbij krijgt. Voor beleggers is het wellicht verstandig om even de kat uit de boom te kijken wat precies de strategie wordt om de winstgevendheid te vergroten en de schuldenlast naar acceptabele niveaus te brengen.