VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Een reverse listing, een nieuw bedrijf in een beursgenoteerde holding brengen, lijkt een efficiënte manier om naar de beurs te gaan. Toch gebeurt dit relatief weinig. Een analyse van voor- en nadelen maakt duidelijk waarom.

 

Met het plan van Dirk Scheringa om zijn bedrijf CS Factoring via de achterdeur naar de beurs te brengen staan reverse listings weer volop in de belangstelling. Wat zijn de voors en tegens van het gebruik van lege hulzen om een bedrijf naar de beurs te brengen.

SnowWorld, Value8 en nu ook Lavide. Allemaal bedrijven die zijn ontstaan door nieuwe activiteiten in een al bestaande beursnotering te schuiven.

Laagdrempelig...

Bij een omgekeerde notering wordt een bedrijf in een lege beurshuls gebracht. In principe kan dit met een verkoopovereenkomst waarbij de eigenaren van een de onderneming aandelen in de beursholding krijgen in ruil voor hun bezit. Een volledig prospectus is hierbij volgens de Nederlandse regels niet nodig. Dit scheelt tijd en geld.

...dus lage kosten voor advocaten en andere adviseurs...

Kosten voor advocaten en adviseurs die een beursgang moeten voorbereiden kunnen namelijk flink oplopen. Om een idee te geven, recyclingbedrijf Inverko gaf na de beursgang in 2014 nieuwe aandelen uit met een prospectus en maakte daarbij 350.000 euro aan kosten. Voor een bedrijf met een omzet van enkele miljoenen is dat een flinke som. Overigens verkeert Inverko inmiddels in surseance van betaling.

...en voor bankiers

Normaal gesproken worden er bij een beursgang nieuwe of bestaande aandelen aan de man gebracht. Dit brengt ook hoge kosten met zich mee. Drankenproducent Bols maakte begin 2015 3,6 miljoen euro aan kosten bij de beursgang, vooral voor de aandelenuitgifte. Naast deze kosten moet het management tijd besteden aan de communicatie met potentiële investeerders. Ook daar zijn kosten aan verbonden. Dit is allemaal niet nodig bij een reverse listing.

Nadelen en risico's

Minder informatie

Bij normale beursintroducties zijn bedrijven verplicht een prospectus op te stellen. Dat is een vuistdik document waarin potentiële beleggers geïnformeerd worden over de staat van dienst van het management en commissarissen, de bedrijfsstrategie, de financiële huishouding, het dividendbeleid en allerhande risico’s waarmee het bedrijf geconfronteerd wordt.

Het boekwerk bij de beursgang van ABN Amro telde bijvoorbeeld 729 pagina’s. Dat van meest recente nieuwkomer Basic-Fit was goed voor 288 pagina’s voorlichtende tekst.

Zo’n emissieprospectus is bij een beursgang via de achterdeur – wat een reverse listing feitelijk is – volgens de Nederlandse wet- en regelgeving niet vereist. Bij deze methode is een veredelde reclamefolder eigenlijk al voldoende om op het koersenbord te kunnen verschijnen.

Beurswaakhond Autoriteit Financiële Markten (AFM) speelt ook geen rol bij een omgekeerde beursnotering omdat een emissiedocument niet noodzakelijk is. Van een andere toets van de beursganger is ook geen sprake.

Bedrijven die naar de beurs trekken via een reverse listing maken in feite gebruik van een maas in de wet. Er is geen juridisch stuk vereist, zodat het voor beleggers ook moeilijker is verhaal te halen als het na de beursintroductie bij een bedrijf onverhoopt mis mocht gaan.

Bijna altijd een minieme free float en enkele grote aandeelhouders...

Het niet uitgeven van nieuwe aandelen zoals bij een reguliere beursgang, heeft ook een duidelijke keerzijde. Het leidt er namelijk toe dat er geen echte basis is voor de handel. De free float en dus de handel is klein omdat het merendeel van de aandelen bij enkele grote aandeelhouders zit. Alleen beleggers die al aandelen in de lege beurshuls hadden, hebben stukken.

Grootaandeelhouders hebben vrij spel

De aanwezigheid van grootaandeelhouders is op zichzelf ook een aandachtspunt. Het betekent in de praktijk vaak dat de kleine investeerders overgeleverd zijn aan de grillen van groten. Daarbij worden vaak complexe constructies opgetuigd.

Dit gebeurt bijvoorbeeld bij de beursgang van CS Factoring, een bedrijf van Dirk Scheringa, bekend van de omgevallen DSB Bank. Scheringa krijgt ruim 3,8 aandelen in beurshuls Lavide en een optie op 1,5 miljoen aandelen in 2019.

Weinig aandacht analisten en media

Het niet uitgeven van nieuwe aandelen en de lage free float leiden er ook toe dat er weinig aandacht van analisten en media voor dit soort aandelen is. Gevolg is datrammelende verdienmodellen, interne problemen of een verslechtering van de marktomstandigheden langer buiten het zicht van investeerders kunnen blijven dan anders het geval zou zijn.

Oude claims lege beurshuls

Een ander aandachtspunt is dat er nog oude vorderingen tegen de holding kunnen lopen. Bij Lavide, de holding van het failliete it-bedrijf Qurius, kwam in 2012 een oude claim uit de hoge hoed.

Ook zonder claims hangt aan lege beurshuls altijd een verleden.

En ook als er geen sprake is van claims, heeft een lege beurshuls altijd een verleden. Zo kleeft aan de beurshuls, waarin Inverko een tijd over de beurs dobberde, wel erg nadrukkelijk de geur van mislukken. Ooit was het Newconomy, een internetbedrijf van Maurice de Hond, dat met weinig succes via deze notering een beursbestaan probeerde op te bouwen.