VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

De overname van het Nederlandse aan Wall Street genoteerde NXP door Qualcomm is het voorlopige hoogtepunt van een overnamegolf die door de sector spoelt. Voor beleggers in de chipindustrie is het aanleiding goed na te denken over hun investeringen.

De overname van NXP werd donderdag aangekondigd. Qualcomm betaalt in contanten een ondernemingswaarde van 48 miljard dollar voor NXP. Deze samensmelting is de zoveelste in een lange rij die ongeveer in 2013 is begonnen.

Sindsdien is circa een kwart van de bedrijven uit de Amerikaanse halfgeleiderindex opgekocht. Intel kocht bijvoorbeeld Altera en het Singaporese Avago nam het Amerikaanse Broadcom over.

NXP en Qualcomm verkopen de overname aan beleggers als een strategische zet. Het gefuseerde bedrijf krijgt een betere positie in de markt. Qualcomm zou zijn technologie voor mobiele apparaten na de overname kunnen uitrollen in markten waar NXP groot is. Het gaat dan bijvoorbeeld om de auto-industrie en toepassingen voor het Internet of Things.

Het is echter de vraag of deze overname, net als andere in de sector, niet gewoon een gevolg is van het feit dat groei op eigen kracht veel lastiger is geworden. De totale omvang van chipindustrie schommelt namelijk al een aantal jaar rond de 300 miljard dollar per jaar.

Volgens de meeste recente cijfers van de Semiconductor Industry Association is de markt op dit moment slechts circa 10 procent groter dan in 2010. De wereldwijde omzet kwam in de maanden juni tot en met augustus uit op 336 miljard dollar op jaarbasis, tegen 307 miljard dollar in 2010.

Tegenover die ‘bescheiden’ stijging staat een enorme groei van het gebruik van mobiele apparaten zoals smartphones en tablets. Er lijkt een soort effect te zijn waarbij groei van tablets ten koste gaat van laptops en de opkomst van de cloud ten koste gaat van bedrijfsservers.

Deze stagnatie is ook te zien in de cijfers van Qualcomm. De omzet schommelt sinds 2013 rond de 25 miljard dollar per jaar. In een langzaam groeiende markt hebben bedrijven die de druk voelen van investeerders om toch omzetgroei te laten zien maar één optie en dat is op overnamepad gaan.

Om winstgroei te laten zien is het besparen van kosten dan onontbeerlijk. Ook dat is iets dat in de chipindustrie duidelijk gebeurt. Intel schrapt bijvoorbeeld 12.000 banen, ruim 10 procent van het totaal.

Qualcomm pent bij de overname van NXP een half miljard euro aan kostenbesparingen in. Dat komt bovenop 1,4 miljard dollar aan al door het bedrijf geplande bezuinigingen.

Deze ontwikkelingen bij de chipproducenten hebben onvermijdelijk ook een impact op de toeleveranciers waarvan er enkele aan de Amsterdamse beurs zijn genoteerd, te weten ASML, ASMI en Besi.

Als een markt stagneert lijkt het niet reëel te verwachten dat de perspectieven van toeleveranciers wel heel goed zijn. En als een industrie aan de slag gaat met kostenbesparingen komen die uiteindelijk ook op het bordje van toeleveranciers.

Het zijn ontwikkelingen die beleggers in de sector, ook die in de Nederlandse bedrijven, goed moeten wegen.