VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Stichting Verliespolis, een initiatief van Vereniging Eigen Huis en de VEB, is in december 2016 geliquideerd. Met het beëindigen van de actieve rol van Verliespolis blijven Vereniging Eigen Huis en VEB de verdere ontwikkelingen volgen.

Wat is bereikt?
Verliespolis heeft zich sinds de oprichting in 2006 ingespannen om collectieve regelingen te treffen voor grote groepen klanten met een te dure beleggingsverzekering. Dit resulteerde in de jaren 2008-2011 in hoofdlijnenakkoorden met achtereenvolgens Delta Lloyd, Nationale Nederlanden, ASR, SNS Reaal, Aegon, Loyalis, ABN Amro Verzekeringen, Achmea en Cordares. Deze hoofdlijnenakkoorden zijn vervolgens in 2010-2012 verder uitgewerkt in gedetailleerde vaststellingsovereenkomsten.

De collectieve regelingen richtten zich op te hoge kosten van beleggingsverzekeringen. Polishouders die kosten betaalden die een bepaalde jaarlijkse norm te boven gingen, werden gecompenseerd. Hierbij zijn zowel de kosten van de tussenpersoon, vermogensbeheer, administratie als ook te hoge winstmarges op de verzekeringscomponent getoetst aan de norm. 

Ongeveer de helft van de ongeveer 6,5 miljoen beleggingspolissen heeft een compensatie ontvangen voor te hoge kosteninhoudingen, waarbij de duurste polissen een relatief hogere compensatie kregen. Daarnaast zijn met bovenstaande verzekeraars coulanceregelingen getroffen voor klanten die in schrijnende situaties terecht kwamen. In totaal hebben de collectieve akkoorden de verzekeraars ongeveer 3 miljard euro gekost. De externe accountant van iedere verzekeraar controleert of de collectieve regelingen juist worden toegepast.

Hoewel de primaire focus op de hoge kosten lag, heeft Verliespolis zich ingespannen - in samenwerking met o.a. de politiek - om de verzekeraars te bewegen hun producten te verbeteren. Hierbij is vooral gewezen op het belang van goedkope beleggingsfondsen.  Ook dit verlaagt uiteindelijk de kosten, want passief beheerde beleggingsfondsen hebben meestal een veel lagere kostenstructuur, waardoor meer van het bruto beleggingsrendement resteert voor de klant. Dit vergroot de kans dat de klant dichterbij het beoogde eindkapitaal komt.

 

Wat is niet bereikt?
Verliespolis betreurt dat veel kleinere verzekeraars, met uitzondering van de reeds genoemde Loyalis en Cordares, geen collectieve akkoorden hebben willen sluiten en daarmee niet hun verantwoordelijkheid hebben genomen . Ook is het niet mogelijk gebleken om de tussenpersonen collectief aansprakelijk te stellen voor hun rol in de woekerpolisaffaire.

Bovenal is de woekerpolisaffaire nog niet opgelost, ondanks dat de schikkingen een recordbedrag van 3 miljard euro voor de polishouders hebben opgeleverd. Ook na de compensatie bleven veel polissen relatief erg duur. In combinatie met tegenvallende en volatiele beleggingsrendementen, zullen veel klanten hun beoogd eindkapitaal niet halen. Om dit op te vangen zouden tientallen miljarden euro extra nodig zijn. Het is zeer onzeker of dit via gerechtelijke procedures afdwingbaar is. Nu de rol van Verliespolis is uitgespeeld, is het aan verzekeraars om uit eigen beweging verdere aanvullende stappen te nemen om gedupeerde klanten tegemoet te komen in het kader van “de klant centraal te stellen”. Mochten andere collectieve initiatieven dit proces versnellen, juicht Verliespolis dit toe.

 

Waarom wordt Verliespolis opgeheven?
De rol van Verliespolis was de laatste jaren fors afgenomen. Door het sluiten van collectieve regelingen met alle grote verzekeraars zijn logischerwijs de mogelijkheden voor Verliespolis om eventuele juridische stappen tegen diezelfde verzekeraars te zetten vrijwel uitgesloten. Wel heeft Verliespolis zich achter de schermen bemoeid om de verzekeraars te bewegen additionele, flankerende maatregelen te nemen. Voorts is er - via de externe controlerende accountants van de verzekeraars - toezicht gehouden op de correctie uitvoering van de collectieve akkoorden.

Het in standhouden van Verliespolis zou jaarlijks tienduizenden euro kosten, terwijl de Stichting nauwelijks noemenswaardige toekomstige activiteiten heeft. Per eind 2016 resteert een negatief eigen vermogen van ongeveer 270.000 euro. Vereniging Eigen Huis en de VEB hadden ter financiering van Verliespolis elk een achterstelde lening van 340.000 euro verstrekt, die de verenigingen nu deels zullen afschrijven. Vereniging Eigen Huis en de VEB zullen ook na de liquidatie van Verliespolis de verdere ontwikkelingen blijven volgen en bezien op welke wijze zij eventueel in de toekomst nog een (gezamenlijke) rol kunnen spelen m.b.t. de woekerpolisaffaire.