VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Behalve controle van de jaarrekening moeten accountants ook hun oordeel geven over andere informatie die ondernemingen openbaar maken. Aandeelhouders verlangen ook een oordeel van accountants over de uitspraken van bestuurders en commissarissen, zoals te vinden in het bestuursverslag en de houdbaarheid van het businessmodel.

Dat heeft de VEB aan de zes grote accountantskantoren laten weten in de jaarlijkse Accountantsbrief.

VEB vraagt om een kritischer blik van de accountant, ook waar het niet-financiële informatie uit het bestuursverslag betreft. Het gaat dan om de passages uit het bestuursverslag waarin het bestuur verslag doet van recente gebeurtenissen binnen de onderneming, het verslag van de commissarissen over hun activiteiten, de risicoparagraaf en omgang met de grondbeginselen van deugdelijk bestuur (de corporate governance paragraaf).

 

Het bestuursverslag

Naast de jaarrekening staat het “bestuursverslag”. Dit is een verzamelnaam voor (onder andere) de paragraaf waarin het bestuur verslag doet, de corporate governance paragraaf, de risicoparagraaf en het verslag van de raad van commissarissen.

De rol van de accountant op deze niet-financiële aspecten is recent aangescherpt in de wet. De accountant dient na te gaan of deze informatie materiële onjuistheden bevat tegen de achtergrond van de verkregen kennis tijdens de jaarrekeningcontrole.

Behalve inzicht in de cijfers van de jaarrekening zal de accountant tijdens het onderzoek van de jaarrekening minimaal kennis moeten hebben verkregen in (de houdbaarheid van) het businessmodel, de bedrijfstak waarin de onderneming opereert en de corporate governance. 

De VEB roept de accountant op zich actief op te stellen bij de controle van het bestuursverslag en zo nodig extra controlewerkzaamheden te verrichten.

Lees hier de accountantsbrief 2017.

 

Materiele onjuistheden?

De term materiële onjuistheden is niet toegelicht door de wetgever. Mogelijkerwijs leidt dit tot een beperkte invulling door de accountants. De VEB ziet een materiële onjuistheid, als een onjuistheid die de beleggingsbeslissing van een belegger mogelijkerwijs zou kunnen beïnvloeden. Het is moeilijk hieraan een kwantitatieve drempel te koppelen. Een onjuist uitgedrukte “tone at the top” is bijvoorbeeld moeilijk in geld uit te drukken. Toch spreekt voor zich dat dit voor een belegger van materieel belang zijnde informatie is.

 

Aandacht voor samenstelling controleteam, controleverschillen en schattingen door het management

De VEB wil ook meer inzicht in de samenstelling en deskundigheid van het controleteam. Op die manier kan een beter oordeel worden gekregen van het werk dat de accountant heeft verricht. Ook vraagt de VEB naar geconstateerde controleverschillen. Geconstateerde controleverschillen (door fouten of fraude) kunnen een indicatie zijn van de kwaliteit van de interne controleomgeving van de beursvennootschap. Ook vraagt de VEB de accountant zich uit te laten over de schattingen die het management heeft gemaakt. Is het management daarbij prudent geweest of wellicht te optimistisch?