VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

“It sounds like the good life,” zo begon een artikel in de Financial Times begin maart van dit jaar. Dat artikel ging over Nederland, waar mensen in relatieve rijkdom leven, met op het eerste oog een prima balans tussen werk en privé, een lage werkeloosheid en gelijke kansen voor iedereen.

Er zijn dit jaar verkiezingen in Nederland, schreven de Britten, en het ziet er desondanks naar uit dat een groot deel van de kiezers uiterst ontevreden is. Een radicale anti-islampartij lijkt zelfs de grootste te kunnen worden. De krant noemde dit de “Dutch Paradox,” want de feiten tonen aan dat Nederlanders maar weinig reden tot klagen hebben.

De krant haalt ook een aardige anekdote aan van Alexander Pechtold, die zich als lid van een parlementaire delegatie voorstelde aan de Afghaanse president Karzai. Naast hem stond Marianne Thieme, die zich voorstelde en vertelde van welke partij zij was.
“Interessant, interessant,” zou Karzai gezegd hebben. “Laten we beginnen met een partij voor mensen, maar misschien over een jaar of 50…”

Misschien zijn wij als Nederlanders inderdaad wat verwend geraakt, de afgelopen 50 jaar. Nederlanders geven de kwaliteit van hun leven het cijfer 7,3 (op een schaal van 10), waar het gemiddelde van andere ontwikkelde landen op 6,5 ligt. Het nationale inkomen ligt rond 53.000 dollar per hoofd van de bevolking, 38 procent boven dat in Spanje en Italië en 21 procent hoger dan in het Verenigd Koninkrijk. De relatief hoge welvaart is bovendien meer gelijkmatig verdeeld dan in de meeste landen.

 

Prima beursklimaat

Nederland staat er dus goed voor. Over de beurs hebben Nederlanders ook niet zo veel te klagen. Onderzoek van BinckBank wijst uit dat beleggers met het einde van het kabinet Rutte II in zicht kunnen terugkijken op een prima beursklimaat in de afgelopen vierenhalf jaar, waarin de AEX-index met ruim 48 procent steeg. Wanneer over die periode alle dividenden en andere uitkeringen werden herbelegd is zelfs sprake van een plus van ruim 67 procent, berekende BinckBank.

Nederlanders zijn tijdens de afgelopen kabinetsperiode voor het eerst in jaren weer wat meer gaan beleggen. Daarbij waren niet zozeer individuele aandelen en obligaties, maar vooral indexfondsen (ETF’s) en beleggingsfondsen populair.

De aantrekkende huizenmarkt, toenemende koopkracht en hogere bestedingen deed middelgrote Nederlandse bedrijven goed. Bedrijven, particulieren en aandelenkoersen profiteerden natuurlijk sterk van de extreem lage rente. Het beleid van de Europese Centrale Bank zorgde er echter ook voor dat het rendement op staatsleningen en de rente op spaarrekeningen naar nul tendeerde. Beleggers moesten actief op zoek naar een alternatief, en dat leidde in een aantal gevallen naar de aandelenbeurzen waar gemiddelde dividendrendementen nu hoger zijn dan de vergoeding voor spaargeld. Dat is historisch een tamelijk uitzonderlijke situatie.

 

De 1000 euro van Mark Rutte

Mark Rutte werd er in de huidige verkiezingscampagne al vaak aan herinnerd dat hij in de vorige campagne de werkende Nederlanders 1000 euro extra beloofde. Daar kwam het niet van. Tenzij je belegde. Want wie eind 2012 een bedrag van 6000 euro in Nederlandse aandelen had gestoken zou gemiddeld jaarlijks een rendement van 1000 euro hebben gemaakt. Wie de juiste keuzes had gemaakt, had zelfs nog veel meer kunnen verdienen.

“It sounds like the good life,” begon een artikel in de Financial Times begin maart van dit jaar. Zo klinkt het, zo ziet het eruit, zo wordt het bevestigd door de cijfers. Misschien is het dan ook wel zo. Maar zelfs in dit mooie land zijn verbeteringen mogelijk, en zelfs noodzakelijk.

De VEB heeft de verkiezingsprogramma’s uitgeplozen en een aantal financiële specialisten van de politieke partijen ondervraagd. In het overzicht Klik hier voor het overzicht ziet u de belangrijkste standpunten van de partijen op financieel terrein. Houd er bij het bepalen van uw stem rekening mee!