VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Het opkoopprogramma van de ECB begint te knellen door een tekort aan schuldpapier. Dit heeft de speculatie dat het einde van het programma dit najaar zal worden aangekondigd extra gevoed. Maar als het bestuur het wil heeft de ECB altijd ruimte om de regels op te rekken en door te gaan.

Het heeft er alle schijn van dat er een soort schaarste van opkoopbare leningen aan het ontstaan is. Dat is bijvoorbeeld te zien in het langzaam scheeftrekken van de verhoudingen in het opkoopprogramma.

In principe is het de bedoeling dat er naar rato van de deelname in het kapitaal van de ECB wordt ingekocht. De laatste maanden is de doelstelling schuldpapier van Portugal, Ierland en Duitsland echter niet gehaald en is dit gecompenseerd met aankopen van extra Italiaanse en Franse leningen.

Het tekort wordt in feite veroorzaakt doordat de ECB zichzelf een limiet heeft opgelegd om niet meer dan 33 procent per uitstaande lening te kopen. Deze limiet zal voor Duitsland ergens begin volgend jaar worden bereikt. Hetzelfde geldt waarschijnlijk voor Nederland.

De reden dat die grens van 33 procent er is, heeft te maken met de rol van de ECB in de eurozone. Het idee is dat bij een schuldsanering obligatiehouders om toestemming wordt gevraagd. De ECB zou dan niet voor kunnen stemmen vanwege een verbod op monetaire financiering waardoor de herstructurering niet door kan gaan.

Maar het is de vraag of dit wel echt een punt is. De zogenaamde ‘collective action’ clausules die een dergelijke schuldverlichting regelen zijn namelijk een vrij recent fenomeen. Pas sinds 2013 zijn ze, als gevolg van Europese afspraken, onderdeel van de voorwaarden van nieuwe Nederlandse leningen.

Nederlandse staatsobligaties van voor die tijd hebben deze clausules niet. Los van het feit dat nadenken over een herstructurering van Nederlandse staatsschuld sowieso een tamelijk theoretische exercitie is, speelt dit probleem dus niet voor Nederlandse obligaties.

Dit zal in andere Europese landen niet anders zijn. Als de ECB de grens van 33 procent dus zou willen oprekken dan zou herstructurering van staatsschuld geen reden moeten zijn om dat niet te doen.

Toen duidelijk werd dat de ECB meer Zuid-Europees schuldpapier opkoopt dan volgens de verdeelsleutel zou moeten, zei bankpresident Mario Draghi dat het bestuur flexibiliteit heeft bij de implementatie van het opkoopprogramma.

Ditzelfde geldt zonder twijfel voor de 33 procentgrens. Uiteindelijk zullen de centrale bankiers in Frankfurt zich niet tegen laten houden door een regel die ze zelf bedacht hebben.