VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Steeds meer signalen wijzen erop dat de rente begint op te lopen, of tenminste niet verder onder het huidige nul-niveau meer zal zakken. Dat kan gevolgen hebben voor obligatiebeleggers, maar ook voor aandelenbeleggers. Het opnemen van verzekeraars in de aandelenportefeuille verlaagt het risico, want verzekeraars kunnen profiteren van hogere rentes.

Overheden over de hele wereld verlegden eind vorig jaar, vaak op advies van centrale banken, hun aandacht van bezuinigingen naar fiscale stimulering. Zorgen over deflatie (dalende prijzen) moesten worden weggenomen. Paul Brain, obligatie-specialist bij BNY Mellon, geeft in een recente publicatie aan dat centrale banken met hun ruime monetaire beleid voldoende hebben bijgedragen aan het economisch herstel.

Centrale bankiers proberen nu collectief de discussie een stapje verder te duwen. De Amerikaanse centrale bank Federal Reserve is inmiddels het pad van renteverhogingen ingeslagen en denkt na over het afbouwen van de sterk opgeblazen balans. Bij de Bank of England gaan ook stemmen op om de rente te verhogen en in Europa liet de ECB subtiel weten dat zij zich weinig van de tijdelijke inflatiebewegingen aantrekt en zich richt op een breed economische herstel. De aantrekkende kredietverlening in Europa draagt hieraan bij en voor het eind van het jaar zal de ECB moeten nadenken over afbouw van het ruime monetaire beleid, meent Brain. Ook de centrale banken van Canada, Zweden en Noorwegen slaan nu een toon aan die meer op renteverhogingen gericht is dan voorheen.

Toch is een agressieve verkrapping van monetaire beleid, renteverhoging dus, een risico. Het mag alleen worden ingezet als de macro-economische cijfers toelaten, want er kan alsnog deflatie ontstaan. De Europese en Britse obligatiemarkten moeten de verandering van toon bij de centrale banken nog ‘inprijzen’, dus daar zijn lagere koersen te verwachten.

Obligatiekoersen staan dus onder druk. De Europese, Canadese en Britse obligaties hebben het meest geleden. In de VS was de reactie gematigd omdat de boodschap van de Fed slechts subtiel veranderde en in Japan blijft de Bank of Japan nog even vasthouden aan haar obligatie-opkoopprogramma dus blijven de obligaties goed liggen.

Ook op de valutamarkten zijn er gevolgen. De munteenheden van landen waar de centrale banken duidelijk een andere, meer op hogere rentes gerichte toon aanslaan, lopen op. Dat betekent een sterkere euro.

Brain verwacht dat de Amerikaanse economie licht zal vertragen. Maar de Fed zal de markt geen schrik willen aanjagen. De mogelijkheid van belastingverlagingen, die de groei kunnen stimuleren, geeft opwaarts potentieel aan de 10-jaarsobligatierente. De geleidelijke daling van de Amerikaanse inflatie tegen het einde van het jaar zal de obligatierente weer onder druk zetten. De Europese obligatierente zal juist gaan stijgen.

Voor Europese aandelenbeleggers is de sterke euro en een oplopende rente doorgaans geen goed nieuws. Zij kunnen op deze ontwikkeling inspelen met het opnemen van verzekeraars in de aandelenportefeuille, omdat deze bedrijven met hun langlopende verplichtingen vaak profiteren van hogere rentes.

De belangrijkste Nederlandse verzekeraars hebben bovendien op dit moment een dividendrendement waar een obligatiebelegger alleen maar van kan dromen: bij ASR is dat rendement 4,1 procent, bij NN Group is het 4,7 procent en het aandeel Aegon geeft zelfs 5,6 procent.