VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Het IMF en de eurolanden spelen een soort schimmenspel over de Griekse schuldenlast. Het IMF doet alsof het steun geeft, de eurozone alsof een nieuwe Griekse schuldsanering nog niet nodig is. Maar de vraag is waarom de Noord-Europese landen het IMF er eigenlijk nog bij willen hebben.

Het Internationaal Monetair Fonds liet vrijdag weten dat het 1,8 miljard euro aan voorwaardelijke steun geeft aan Griekenland. De voorwaarde voor de steun is dat de eurozone akkoord gaat met een herstructurering van leningen die zijn verstrekt in het kader van de verschillende Europese noodprogramma’s.

Inclusief de nog te verstrekken gelden gaat het om circa 270 miljard euro aan leningen. Het IMF wil dat looptijden worden verlengd en rentebetalingen uitgesteld om er zo voor te zorgen dat de Griekse overheidsfinanciën beter houdbaar worden. Het gaat hierbij om de leningen verstrekt door Europese instellingen. De Griekse schuld in private handen bedraagt nog enkele tientallen miljarden en is in 2012 al gesaneerd.

De andere eurolanden willen dat niet, of in ieder geval nog niet. Zij gaan voorlopig uit van optimistische voorspellingen voor de groei van de Griekse economie en overschotten op de Griekse begroting.

Dit moet ertoe leiden dat de Griekse staatsschuld in 2060 is gezakt naar zo’n 90 procent van het bruto nationaal product, tegen circa 180 procent nu. Het IMF gaat ervan uit dat dit niet haalbaar is en dat de schaatsschuld verder zal oplopen en de financieringsbehoefte van Griekenland door de aflossingen scherp zal stijgen.

In feite is de situatie dus dat het IMF pleit voor schuldverlichting terwijl de eurogroep een hardere lijn voorstaat. De vraag is dan of de betrokkenheid van het fonds zijn doel niet voorbij is geschoten. Het doel was toen namelijk om te voorkomen dat de voorwaarden voor steun te slap zouden zijn. Het waren in feite Duitsland en Nederland die het IMF er daarom bij wilden hebben.

Want een bijkomend gevolg van het ‘houdbaar’ maken van de Griekse schulden is dat de eurogroep een pressiemiddel verliest ten opzichte van Griekenland. Dat is geen probleem zolang de Griekse overheid voor zijn financiering nog afhankelijk is van het steunprogramma. Dan geldt immers: niet meewerken, geen noodleningen.

Maar het zou zomaar kunnen dat Griekenland over een ruim een jaar het steunprogramma verlaat. Het lijkt er namelijk op dat de Griekse staat voor het eerst sinds 2014 weer financiering gaat aantrekken op de kapitaalmarkt.

Er zijn gedetailleerde schriftelijke afspraken gemaakt over hervormingen van de Griekse overheidsfinanciën. Op het moment dat het pressiemiddel van de noodfinanciering wegvalt, is het bijna uit te tekenen dat deze afspraken geleidelijk gaan schuiven.

Dat het IMF dus koste wat het kost aan boord moet blijven is vanuit Noord-Europees perspectief eigenlijk lastig te begrijpen. Zonder IMF geen noodzaak voor herstructurering en dan is de Griekse overheid waarschijnlijk veel makkelijker aan de gemaakte afspraken te houden.