VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Er is een reden dat de kleinste aandelen op een beurs vaak de ‘lokale’ aandelen of de ‘lokale markt’ worden genoemd. Deze bedrijven zijn vaker alleen of vooral actief in het eigen land, in tegenstelling tot de grotere bedrijven op een beurs, die dan ook vaak ‘multinationals’ worden genoemd. Beleggers kunnen er dan ook vanuit gaan dat de smallcaps op een markt gevoeliger zijn voor de ontwikkeling van de binnenlandse economie, de grote bedrijven juist meer voor de wereldeconomie. Ook zijn de multinationals vanwege hun belangen over de grens gevoeliger voor ontwikkelingen op valutamarkten.

Dat de kleinere Amerikaanse aandelen het dit jaar duidelijk beter doen dan de grotere fondsen is dan ook vooral te danken aan de sterke ontwikkeling van de binnenlandse economie, geholpen door de belastingmaatregelen die de regering Trump doorvoerde.

De Russell 2000-index met kleinere Amerikaanse aandelen staat ten opzichte van eind december bijna 10 procent in de plus. Vorige week werd nog een nieuwe recordstand bereikt. Dat is aanzienlijk beter dan de S&P 500, die slechts 3 procent hoger staat dan eind december. De laatste recordstand van de S&P 500 dateert van eind januari.

Dit fenomeen is eigenlijk alleen in de Verenigde Staten zichtbaar en geeft aan dat de Amerikaanse economie er relatief goed voor staat. In Nederland is het verschil tussen large en small caps veel kleiner, en bovendien in het voordeel van de grotere bedrijven. De Nederlandse AScX-index (plus 1,3 procent) doet het dit jaar dan ook slechter dan de AEX (plus 1,8 procent).

Ook in andere Europese landen, doen de kleinere aandelen het niet beter dan de grote. Dat geldt onder meer ook voor de graadmeters in Parijs, Londen, Frankfurt en Milaan.

De Amerikaanse economie versnelt, terwijl het in de rest van de wereld juist minder goed gaat. In verschillende opkomende markten broeit een valutacrisis. In de eurozone lijkt sprake van een groeivertraging.

Grote Amerikaanse bedrijven zijn gevoeliger voor de groeivertraging in de rest van de wereld. In de bedrijfscijfers is dat ook al te zien. Vorig kwartaal lag de omzet- en winstgroei bij bedrijven die minstens de helft van hun inkomsten buiten de VS halen, aanzienlijk lager dan bij bedrijven die het merendeel van hun inkomsten uit eigen land halen. De verwachting is dat dit ook dit jaar zal gelden.

Dat de kleinere Amerikaanse aandelen het dit jaar duidelijk beter doen dan de grotere fondsen is dan ook vooral te danken aan de sterke ontwikkeling van de binnenlandse economie, geholpen door de belastingmaatregelen die de regering Trump doorvoerde.

De Russell 2000-index met kleinere Amerikaanse aandelen staat ten opzichte van eind december bijna 10 procent in de plus. Vorige week werd nog een nieuwe recordstand bereikt. Dat is aanzienlijk beter dan de S&P 500, die slechts 3 procent hoger staat dan eind december. De laatste recordstand van de S&P 500 dateert van eind januari.

Dit fenomeen is eigenlijk alleen in de Verenigde Staten zichtbaar en geeft aan dat de Amerikaanse economie er relatief goed voor staat. In Nederland is het verschil tussen large en small caps veel kleiner, en bovendien in het voordeel van de grotere bedrijven. De Nederlandse AScX-index (plus 1,3 procent) doet het dit jaar dan ook slechter dan de AEX (plus 1,8 procent).

Ook in andere Europese landen, doen de kleinere aandelen het niet beter dan de grote. Dat geldt onder meer ook voor de graadmeters in Parijs, Londen, Frankfurt en Milaan.

De Amerikaanse economie versnelt, terwijl het in de rest van de wereld juist minder goed gaat. In verschillende opkomende markten broeit een valutacrisis. In de eurozone lijkt sprake van een groeivertraging.

Grote Amerikaanse bedrijven zijn gevoeliger voor de groeivertraging in de rest van de wereld. In de bedrijfscijfers is dat ook al te zien. Vorig kwartaal lag de omzet- en winstgroei bij bedrijven die minstens de helft van hun inkomsten buiten de VS halen, aanzienlijk lager dan bij bedrijven die het merendeel van hun inkomsten uit eigen land halen. De verwachting is dat dit ook dit jaar zal gelden.

Vanuit het perspectief van de belegger wordt als aandachtspunt met kleinere aandelen over het algemeen gesteld dat deze relatief riskant zijn. Dit komt doordat er minder handel in is, waardoor soms de koersuitslagen groter zijn. Hierdoor zou de klap op de lokale markten ook groter zijn in geval van een crash.

Op het niveau van de indices was dat de laatste keer echter niet zo. De Russell 2000 en de S&P 500 zakten tijdens de financiële crisis allebei circa 60 procent. Het koersverlies van de AEX-index en de AScX-index was ook vergelijkbaar.

Het verschil in koersontwikkeling tussen large en small caps is wel iets om in de gaten te houden. Mocht bijvoorbeeld de economie in de eurozone weer versnellen, dan kunnen de kleinere, vooral lokaal actieve, bedrijven het hier in Europa en in Nederland ook beter gaan doen, net als hun Amerikaanse soortgenoten in de afgelopen maanden.