VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

VEB/European Investors vertegenwoordigde beleggers op de Eurofi-conferentie in Wenen. Tijdens dit halfjaarlijkse evenement komen financiële instellingen, regelgevers, belangenclubs en toezichthouders samen om de belangrijkste trends en ontwikkelingen in de financiële sector te bespreken. Een belangrijk discussiepunt betrof de beschikbaarheid van vooral Amerikaanse beleggingsproducten op de Europese markt voor particuliere beleggers. Oftewel: hoe verbeteren we de werking van PRIIPS.

Ruim achthonderd afgevaardigden uit heel Europa streken op 5, 6 en 7 september neer in Oostenrijk, dat als EU-voorzitter automatisch het gastheerschap van het evenement kreeg toebedeeld. Een breed palet aan onderwerpen passeerde de revue, waaronder de verdere ontwikkeling van de Europese kapitaalmarktunie en duurzame beleggingen in Europa. Maar ook het pan-Europese pensioenproduct, de verdere integratie van de markt voor beleggingsfondsen en de toekomst van de eurozone waren onderwerp van gesprek. Anders dan de vorige editie werd een harde Brexit als een vaststaand feit gezien en gingen de discussies enkel nog over naar welke EU-lidstaten verschillende financiële instellingen en toezichthouders verhuizen en de redenen daarvoor.

Negatieve consequenties regelgeving
VEB/European Investors was vooral naar Wenen gekomen om met regelgevers en toezichthouders te praten over het wegnemen van de negatieve consequenties van de gelijktijdige invoering van tweede financiële markten-richtlijn (MiFID2) en de verordening over beleggingsproducten en verzekeringsproducten met een beleggingscomponent (PRIIPS). Daarnaast staat per 31 december 2019 de samenvoeging van regels over informatieverschaffing aan particuliere beleggers uit PRIIPS en de richtlijn voor collectieve beleggingen in overdraagbare effecten (UCITS) gepland, en dan botsen sommige bepalingen uit de Europese AIFM-richtlijn ook nog eens met de nieuwe regels.

Het Key Information Document (KID; in het Nederlands vertaald als het Essentiële-informatiedocument) moet op basis van PRIIPS worden opgesteld in het Engels, of indien de nationale toezichthouder daartoe besluit, in de nationale taal van het land waar het beleggingsproduct wordt aangeboden. Hier komt ook MiFID2 om de hoek kijken, omdat voor de productinformatie de ontwikkelaar en niet de aanbieder verantwoordelijk is.

Buitenlandse productontwikkelaars (veelal Amerikaans) die hun beleggingsproducten in de EU-lidstaten willen aanbieden, moeten de KID dus 26 keer vertalen. De aanbieder, bijvoorbeeld een broker, moet zich ervan vergewissen dat alle informatiedocumenten juist zijn. Daarenboven zullen de Amerikaanse partijen ook aan twee verschillende toezichtregimes moeten voldoen; die van de Amerikaanse toezichthouder SEC en de Europese toezichthouder ESMA. Dat leidt tot meer administratieve lasten en waarschijnlijk hogere kosten. Door deze mix van invoering en toepasbaarheid van regels wordt het aanbod van beursgenoteerde beleggingsproducten voor particuliere beleggers in de EU ernstig verschraald.

Afweging kosten, rendement en risico
Tijdens de paneldiscussie hierover maakte European Investors bij monde van de auteur van dit stuk het punt dat beleggersbescherming belangrijk is, maar dat de particuliere beleggers ook een goede afweging moeten kunnen maken tussen de verschillende beleggingsproducten. Op grond van MiFID2 moeten alle kosten van beleggen inzichtelijk gemaakt worden. Dit om de belegger in de driehoek van kosten, rendement en risico een goede afweging te laten maken. Op basis van PRIIPS moet een risicometer en een performance-scenario worden geschetst. De methodologie hiervoor is echter niet onomstreden. Er zijn KID’s bekend met een voorgespiegeld rendement van meer dan duizend procent.

De nieuwe regelgeving raakt vooral de buitenlandse goedkopere, niet-complexe etf’s die voor veel beleggers de hoeksteen van de portefeuille vormen. Laten in deze groep producten nou net de goedkopere Amerikaanse etf’s vallen. Zo kunnen Nederlandse beleggers geen positie meer innemen in bijvoorbeeld de iShares S&P500 ETF of de Vanguard indexfondsen Total International Stock ETF (VXUS) en Total Stock Market ETF (VTI), die genoteerd zijn in de VS. Voorlopig zijn er nog UCITS-varianten van dergelijke producten beschikbaar, maar als de regelgeving over informatieverschaffing uit PRIIPS ook van toepassing gaat zijn op de UCITS-varianten, dreigt een verdere verschraling van het aantal beschikbare beleggingsproducten voor particuliere beleggers. De particuliere belegger kan dus geen optimale keuze maken.

De nieuwe regelgeving vertaalt zich ook in hogere kosten en dus in minder rendement. In het algemeen zijn de kosten voor beleggen in UCITS-producten ook hoger dan PRIIPS-producten. Een voorbeeld. Een UCITS-variant op de genoemde Vanguard indexfondsen is de Vanguard FTSE All-World UCITS ETF (VWRL). De kosten per jaar voor VWRL bedragen 0,25 procent. Voor de combi VTI/VXUS zijn deze kosten 0,07 procent (gemiddelde van VTI 0.03 procent en VXUS 0,11 procent). VWRL is dus 0,18 procent duurder per jaar dan VTI/VXUS. Een vergelijkbaar Europees alternatief is bijvoorbeeld de Lyxor FTSE All World Minimum Variance UCITS ETF waar de lopende kosten 0,30 procent per jaar bedragen.

Wegen voorwaarts
In de verschillende gesprekken met Europarlementariërs, regelgevers en toezichthouders tijdens Eurofi zijn diverse oplossingen de revue gepasseerd. Een eerste oplossing om de negatieve consequenties van PRIIPS en MiFID2 te beteugelen is het laten toestaan van Engelstalige KID’s binnen de EU. Als extra voorwaarden voor het voldoen aan de informatieverplichtingen zou dit alleen bijvoorbeeld mogen als de particuliere belegger hiermee instemt. Daarmee wordt niet de last van het dubbele toezicht voor productontwikkelaars en aanbieders weggenomen. Daarvoor zouden de Amerikaanse en Europese regelgevers en toezichthouders een equivalentieakkoord kunnen vaststellen waardoor bepaalde transparantie- en informatieverplichtingen die in Amerika gelden ook in Europa worden geaccepteerd. En omgekeerd. Ook in het kader van Brexit wordt hierover gesproken als het gaat om Engelse en Europese regelgeving.

VEB/European Investors heeft ervoor gepleit de PRIIPS-evaluatie door de Europese Commissie en ESMA te vervroegen en de samenvoeging met UCITS uit te stellen. Dit om uiteindelijk te komen tot aangepaste regelgeving die een betere afweging van goede beleggersbescherming enerzijds en optimale beschikbaarheid van beleggingskansen anderzijds bewerkstelligt. De reacties hierop waren in eerste instantie positief. Recent kwamen echter geluiden naar boven in de Franse media die spraken over een vertraging van de evaluatie omdat bepaalde EU-lidstaten niet ontevreden zijn over de ingezette beperking van het “overaanbod” van beleggingsproducten. Dat klinkt als een sterk staaltje lobbyen van bepaalde partijen om de rekening van het beschermen van de eigen markt bij de particuliere belegger neer te leggen. De Europese koepelorganisatie van asset managers roept net als VEB/European Investors op tot uitstel van de UCITS-transitie. Kortom, de strijd is nog niet gestreden.


U heeft geen gratis artikelen meer over
Nog geen VEB-account?
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen.
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap