VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

De Hoge Raad heeft in de zaak van de VEB tegen BP prejudiciële vragen gesteld aan het Europees Hof van Justitie over de bevoegdheid van de Nederlandse rechter. Dit arrest is ook van belang voor de procedure van de VEB tegen Volkswagen.

Het tussenarrest komt niet als een verrassing. In juni 2019 formuleerde de Hoge Raad al de conceptvragen. Daarop mochten partijen nog reageren. De Hoge Raad heeft in het uiteindelijke arrest van 20 september 2019 de vragen zo goed als ongewijzigd vastgesteld. Naar verwachting zal het Europees Hof van Justitie over ongeveer anderhalf jaar duidelijkheid geven. Op basis daarvan zal de Hoge Raad een definitieve uitspraak doen over de bevoegdheid van de Nederlandse rechter.

VEB-directeur Paul Koster: “Het is voor Nederlandse en Europese beleggers van belang dat ze hun recht kunnen halen als ze gedupeerd worden door beursgenoteerde ondernemingen. De schade is door de beleggers op hun Nederlandse beleggingsrekening geleden en het Nederlandse rechtssysteem is bij uitstek geschikt daarover te oordelen. Voor de VEB zijn er meer dan voldoende aanknopingspunten om in Nederland tegen BP en Volkswagen te procederen. Ik ben verheugd met het arrest van de Hoge Raad en heb alle vertrouwen in een positief oordeel van het Europees Hof van Justitie.”

De aan(deel)houder wint?
Eerder concludeerden zowel de Rechtbank als het Hof dat de Nederlandse rechter niet bevoegd is om kennis te nemen van de vorderingen van de VEB tegen BP. Het Hof concludeert dat de financiële schade van de Nederlandse beleggers weliswaar in Nederland is geleden, maar dat er onvoldoende bijzondere omstandigheden voorhanden zijn om de Nederlandse rechter bevoegd te achten en over de kwestie te laten oordelen. Zij deden dit zonder de uitdrukkelijk door de VEB verzochte prejudiciële vragen te stellen aan het Europees Hof. De VEB is in cassatie gegaan tegen het oordeel van het Hof.

De Hoge Raad kiest er uitdrukkelijk wel voor om prejudiciële vragen te stellen aan het Europees Hof van Justitie. Het Europees Hof moet de kaders uiteenzetten waarbinnen de Hoge Raad over de bevoegdheid van de Nederlandse rechter zal moeten gaan oordelen.

Prejudiciële vragen
De Hoge Raad stelt vier vragen aan het Europees Hof van Justitie. Hieronder worden enkele van de gestelde vragen verkort en in sterk vereenvoudigde vorm weergegeven:

1.(a) Dient artikel 7 van de EEX-Verordening aldus te worden uitgelegd dat het rechtstreeks intreden van zuiver financiële schade op een beleggingsrekening in Nederland, welke schade het gevolg is van beleggingsbeslissingen genomen onder invloed van algemeen wereldwijd verspreide, maar onjuiste, onvolledige en misleidende informatie van een internationale beursgenoteerde onderneming, een voldoende aanknopingspunt oplevert voor internationale bevoegdheid van de Nederlandse rechter uit hoofde van de plaats van het intreden van de schade?

(b) Zo nee, zijn bijkomende omstandigheden vereist die rechtvaardigen dat de Nederlandse rechter bevoegd is en welke omstandigheden zijn dat? Zijn de bijkomende omstandigheden uit de VEB-BP-zaak voldoende voor bevoegdheid van de Nederlandse rechter?

2. Maakt het hierbij uit of de vordering wordt ingesteld door een organisatie als de VEB hetgeen onder meer meebrengt dat de woonplaatsen van de achterliggende beleggers niet zijn vastgesteld, evenmin als de bijzondere omstandigheden van de individuele aankooptransacties of van de individuele beslissingen om aandelen die al gehouden werden, niet te verkopen?

Voorgeschiedenis: geen procedures tegen BP in Europa
De VEB daagde BP in april 2015 namens Nederlandse beleggers voor de rechter vanwege misleiding voor en na de olieramp in de Golf van Mexico in 2010. Dat is de enige procedure in Europa in deze zaak. In Canada en de Verenigde Staten lopen wel meerdere procedures, voor het overgrote deel namens niet-Europese BP-aandeelhouders.

De olieramp met Deepwater Horizon in 2010
De procedure van de VEB heeft betrekking op de misleidende uitlatingen van BP jegens haar aandeelhouders. Het gaat hierbij om stelselmatig onjuiste, onvolledige en misleidende mededelingen van BP over haar veiligheids- en onderhoudsprogramma's vóór de ramp met het boorplatform Deepwater Horizon op 20 april 2010. Daarnaast gaat de procedure over misleidende uitlatingen van BP over de omvang van de olieramp ná deze gebeurtenis.

Na de olieramp daalde de koers van het aandeel BP met meer dan 48 procent.

De misleidende uitlatingen na de olieramp waren aanleiding voor de Amerikaanse toezichthouder SEC om BP een boete op te leggen van 525 miljoen dollar. Destijds de op twee na hoogste boete ooit uitgedeeld door de SEC.

In de Amerikaanse procedures heeft BP – mede naar aanleiding van de SEC-boete – in 2016 al een schikking bereikt van 175 miljoen dollar met een deel van de gedupeerden. BP heeft geweigerd om te schikken met de Europese beleggers.

Procedure van de VEB tegen Volkswagen
De VEB heeft ook het Duitse autoconcern Volkswagen voor de Nederlandse rechter gedaagd. Het gaat over de schade die beleggers hebben geleden nadat bekend werd dat Volkswagen-aandeel in de Verenigde Staten milieuregels had overtreden. Door dit bedrog was de koers van het Volkswagen aandeel kunstmatig hoog. Toen de manipulatie bekend werd, verloor het aandeel in twee dagen ruim 35 procent van zijn waarde.

In deze rechtszaak treedt de VEB op voor VW-beleggers die hun aandelen hebben gekocht via een Nederlandse beleggingsrekening. Volkswagen stelt zich net als BP op het standpunt dat de Nederlandse rechter niet bevoegd is omdat VW net als BP geen Nederlandse onderneming is en de schade van de aandeelhouders niet in Nederland zou zijn geleden. Bovendien beroept VW zich op een forumkeuzebeding in haar statuten waaruit zou volgen dat de Duitse rechter bevoegd is. Ook die drempel dient nog genomen te worden in de procedure van de VEB tegen VW.

De procedure tegen VW is op verzoek van beide partijen aangehouden totdat duidelijk is wat het eindoordeel zal zijn van de Hoge Raad in de VEB-BP-procedure.


U heeft geen gratis artikelen meer over
Nog geen VEB-account?
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen.
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap