ABN Amro kocht vorig jaar de Belgische private bankingactiviteiten van Société Générale. Topman Kees van Dijkhuizen noemde private banking een prachtige ‘tak van sport’. Een jaar later krimpt de bank het personeelsbestand van deze activiteiten in. Het is een teken dat deze bankactiviteiten het moeilijk hebben.
ABN Amro meldde vrijdag dat 15 tot 20 procent van het personeel bij de Belgische private bank wordt ontslagen. Daarvoor gaf de bank twee redenen. Ten eerste de overname van de private bank van Société Générale, die wordt samengevoegd met de bestaande activiteiten in België, wat een banenreductie mogelijk maakt. De tweede reden wordt gevormd door de moeilijke marktomstandigheden.
Dat een fusie het mogelijk maakt kosten te besparen klinkt logisch. Toch is het een opvallende stap dat het onderdeel wordt ingekrompen. Noch bij de aankondiging in de zomer van 2018, noch bij de afronding werd namelijk gesproken over mogelijke kostenbesparingen. De overname was een versterking van de marktpositie, zowel in België als de hele eurozone, luidde het.
Private banking werd door bestuursvoorzitter Kees van Dijkhuizen een jaar geleden ook nadrukkelijk benoemd als terrein waar ABN Amro wilde groeien. Hij zag na de overname in België kansen om in Frankrijk en Duitsland vergelijkbare stappen te zetten.
“Ik denk dat kleinere private banks het steeds moeilijker gaan krijgen met alle regelgeving en de it-ontwikkelingen en dat zij op zoek gaan naar een groter huis. Wij zouden ze dan kunnen overnemen. Dat zou ik graag willen, het is een prachtige tak van sport en wij zijn een hele grote speler”, aldus Van Dijkhuizen in de eerste Effect van 2019.
In dat jaar is er echter geen nieuwe overname meer gevolgd. Dat is wellicht niet zo vreemd aangezien de resultaten van de private bank zich maar matig hebben ontwikkeld.
In 2015 maakte deze tak 213 miljoen euro winst. De laatste vier kwartalen was dat opgeteld 217 miljoen euro, slecht enkele miljoenen meer. Het totale vermogen onder beheer bleef ook nagenoeg onveranderd rond de 200 miljard euro. In het licht van de gestegen beurskoersen sinds 2015 is er waarschijnlijk per saldo dus sprake geweest van onttrekkingen van kapitaal.
Tegelijkertijd moest ABN Amro de kosten terugbrengen omdat het te maken had met flink dalende opbrengsten. Deze zakten in deze periode namelijk van 1,31 naar 1,23 miljard euro.
De oorzaak van deze daling zit bij de inkomsten uit vergoedingen en commissies. In het eerste en tweede kwartaal van dit jaar gaf ABN Amro als verklaring dat meer klanten kozen voor ‘execution only’-beleggen in plaats van het beheer over te laten aan de bank.
Dat is een structurele trend en een van de redenen dat de winsten van private banking onder druk staan. Advieskantoor McKinsey stelde in een rapport onlangs al dat banken hun bedrijfsmodel moeten aanpassen om deze activiteiten klaar te maken voor de toekomst.
Volgens de consultants moeten banken de klantervaring verbeteren, hun technologie vernieuwen en samenwerking met andere partijen zoeken. Eventueel zijn overnames ook een optie.
Met dat laatste was ABN al begonnen en private banking leek een belangrijk onderdeel van de strategie van Van Dijkhuizen. Maar met deze ontslagronde is het de vraag of de bank hier wel op blijft inzetten. Het is aan Van Dijkhuizens opvolger om daarover duidelijkheid te geven. Naar verwachting treedt die in het voorjaar van 2020 aan.